From 1 - 10 / 28
  • Per gemodelleerd pakket geven deze kaarten de hoogte van de top (mTAW) van de gemodelleerde eenheid weer van het Ondiep geologisch 3D lagen- en voxelmodel van regio Antwerpen (OA v1.1, 2023). Het ondiep model is een testcase voor het modelleren van de ondiepe stedelijke ondergrond. Deze opdracht valt binnen het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van het Vlaams Planbureau voor Omgeving.

  • Digitale vectoriële dataset van de analoge Bodemkaart van België voor het grondgebied van Vlaanderen. Alle kaartelementen van de analoge kaarten (gepubliceerd op kaartschaal 1: 20 000) zijn zorgvuldig manueel gedigitaliseerd en voorzien van een code, overeenkomstig het gebruikte klassificatiesysteem: morfogenetisch voor binnen-Vlaanderen (substraat, textuur, drainage, profielontwikkeling, fase en variante) en geomorfologisch voor de Kuststreek (substraat, serie, subserie, type, subtype en variante). De digitale versie van de bodemkaart is vrijwel systematisch gecontroleerd t.o.v. de analoge bodemkaarten.

  • De dataset 'Horizonten van de bodemprofielen kartering Belgische bodemkaart' bevat de relevantste informatie van alle horizonten van de bodemprofielen uit de Aardewerk-Vlaanderen-2010 databank. Voor een volledige weergave van alle attribuutinformatie van de bodemprofielen en horizonten wordt verwezen naar de volledige Aardewerk-Vlaanderen-2010 databank. Aardewerk-Vlaanderen-2010 is een databank met de beschrijving en analyseresultaten van 7.020 bodemprofielen en 42.529 geassocieerde bodemhorizonten, aangevuld met 9.281 oppervlaktemonsters, allen gesitueerd op het grondgebied Vlaanderen en Brussel. Deze gegevens (143 variabelen) werden verzameld tijdens de systematische bodemprofielstudie, die tussen 1949 en 1971 werd uitgevoerd in België, onder auspiciën van het Instituut tot aanmoediging van het Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheid en Landbouw. Het Centrum voor Grondonderzoek van de Rijksuniversiteit Gent met afdelingen aan de Katholieke Universiteit Leuven en de Facultés des Sciences Agronomiques de Gembloux stond in voor de realisatie van deze studie.

  • Een bodemsite is een fysieke locatie die één of meer bodemlocaties groepeert, bijvoorbeeld een veld waar verschillende profielputten gelegen zijn of meerdere boringen uitgevoerd werden. Een bodemsite is gekoppeld aan één of meer bodemlocaties. Een bodemlocatie is gekoppeld aan 0 of één bodemsite. Een bodemsite kan een geometrie bevatten (polygoon), maar deze is niet verplicht. Indien er geen geometrie beschikbaar is, wordt als geometrie het convexe omhulsel van de puntlocaties van de gekoppelde bodemlocatie gebruikt.

  • De dataset 'Bodemprofielen kartering Belgische bodemkaart' bevat de relevantste informatie van alle bodemprofielen (met inbegrip van bodemhorizonten) uit de Aardewerk-Vlaanderen-2010 databank. Voor een volledige weergave van alle attribuutinformatie van de bodemprofielen wordt verwezen naar de volledige Aardewerk-Vlaanderen-2010 databank. Aardewerk-Vlaanderen-2010 is een databank met de beschrijving en analyseresultaten van 7.020 bodemprofielen en 42.529 geassocieerde bodemhorizonten, aangevuld met 9.281 oppervlaktemonsters, allen gesitueerd op het grondgebied Vlaanderen en Brussel. Deze gegevens (143 variabelen) werden verzameld tijdens de systematische bodemprofielstudie, die tussen 1949 en 1971 werd uitgevoerd in België, onder auspiciën van het Instituut tot aanmoediging van het Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheid en Landbouw. Het Centrum voor Grondonderzoek van de Rijksuniversiteit Gent met afdelingen aan de Katholieke Universiteit Leuven en de Facultés des Sciences Agronomiques de Gembloux stond in voor de realisatie van deze studie.

  • Per gemodelleerde eenheid is een kaartlaag beschikbaar met boringen waarin de basis van die eenheid geïdentificeerd werd, en die gebruikt werden voor de modellering van de basis van die eenheid in OAv1.1. De shapefiles bevatten per eenheid en per boring de diepte van de basis van de eenheid in meters t.o.v. de start van de boring, alsook de diepte van de basis in mTAW in de boring en volgens het model. Het Ondiep geologisch 3D lagen- en voxelmodel van regio Antwerpen (OA v1.1, 2023) is opgemaakt in het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van het Vlaams Planbureau voor Omgeving.

  • Een bodemsite is een fysieke locatie die één of meer bodemlocaties groepeert, bijvoorbeeld een veld waar verschillende profielputten gelegen zijn of meerdere boringen uitgevoerd werden. Een bodemsite is gekoppeld aan één of meer bodemlocaties. Een bodemlocatie is gekoppeld aan 0 of één bodemsite. Een bodemsite kan een geometrie bevatten (polygoon), maar deze is niet verplicht. Indien er geen geometrie beschikbaar is, wordt als geometrie het convexe omhulsel van de puntlocaties van de gekoppelde bodemlocatie gebruikt.

  • Het Belgische bodemclassificatiesysteem bestaat uit een bodemtype dat overeenkomt met één van de 3 classificatietypes: de algemene, de kuststreek en de kunstmatige gronden classificatie. Het bodemtype van de algemene Belgische bodemclassificatie wordt opgebouwd uit verschillende onderdelen zoals een substraat, textuurklasse, drainageklasse, profielontwikkelingsgroep, fasen en varianten. Dit morfogenetisch classificatiesysteem kon niet toegepast worden in de kuststreek, aangezien de bodems in deze streek geen profielontwikkeling vertonen. Daardoor wordt voor de kuststreek een apart Belgisch classificatiesysteem gebruikt. Ook voor bodemprofielen met een sterke menselijke verstoring, kunstmatige gronden, bestaat er binnen België een apart classificatiesysteem. Naast de Belgische bodemclassificatiesystemen wordt ook de internationale World Reference Base (WRB) bodemclassificatie gebruikt. Het WRB systeem gebruikt ‘Reference Soil Groups' (RSG’s), ‘Principal Qualifiers’ (PQ’s) en 'Supplementatry Qualfiers' (SP's). Naast het Belgische bodemclassificatiesysteem en de WRB classificatie bevat de databank ook andere bodemclassificaties aangeduid als extra bodemclassificaties met o.a. de bodemclassificaties volgens het Aardewerk systeem. De Aardewerk classificatie is een voorloper van de Belgische bodemclassificatie en werd enkel in de beginjaren van de Belgische bodemkartering toegepast.

  • Een bodemlocatie is ofwel een profielput of een boring. Een boring is altijd één puntlocatie (x,y,z) en een profielput heeft minimum één en maximum twee puntlocaties (begin- en eindpunt van de profielput). Een profielput is een uitgegraven put in de bodem waarin profielbeschrijvingen, monsternames of bodemobservaties worden uitgevoerd. Een profielbeschrijving is een waarneming van bodemhorizonten en/of bodemlagen in een uitgegraven profielput. Een bodemhorizont is een visueel te onderscheiden deel van de bodem dat ontstaan is door omzetting van het moedermateriaal door pedogenetische processen of door het afzetten van organisch materiaal. Een bodemhorizont heeft voor de meeste bodemvariabelen homogene morfologische en analytische karakteristieken. Een bodemlaag daarentegen is ontstaan door niet-pedogenetische processen. Aan de hand van een profielput krijg je een beeld van de bodemkundige opbouw. Een boring is het resultaat van het boren in de ondergrond met verwijdering van bodem door middel van een gereedschap in de vorm van een holle buis. Aan de hand van dit opgeboorde bodemmateriaal worden bodembeschrijvingen, bodemobservaties en monsternames uitgevoerd. De bodemlocaties uit de 'Aardewerk-Vlaanderen-2010' databank worden afzonderlijk ontsloten in de datasets 'Bodemprofielen kartering Belgische bodemkaart' en 'Oppervlaktemonsters kartering Belgische bodemkaart'.

  • Per gemodelleerde eenheid is een kaartlaag beschikbaar met densiteit van de geïnterpreteerde boringen en sonderingen waarin de eenheid geïdentificeerd werd, en die gebruikt werden voor de modellering van die eenheid in OAv1.1. De gridfiles bevatten per eenheid de interpretatie-densiteit van de boringen en sonderingen, in aantal per km². Het Ondiep geologisch 3D lagen- en voxelmodel van regio Antwerpen (OA v1.1, 2023) is opgemaakt in het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van het Vlaams Planbureau voor Omgeving.