From 1 - 10 / 115
  • Het Geologisch 3D model is opgemaakt in het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van het departement LNE - Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen. Er werd gestart in 2007. De versie die voorlogt, bevat een groot pakket aan lithostratigrafische onderverdelingen van de ondergrond. De komende jaren zal dit model nog verder opgedeeld en verfijnd worden. Het model omvat: - de hoogte in mTAW van de basis van de gemodelleerde pakketten onder de vorm van grid-asc-bestanden en XYZ-bestanden, - breuken doorheen de basis van de verschillende pakketten, - voorkomensgrenzen van de pakketten, - boringen en interpretaties waarop het model gebaseerd is, - 1 hoofdrapport en 11 nevenrapporten om het model inhoudelijk te onderbouwen. Alles is gedocumenteerd in één hoofdrapport, met referenties naar deelrapporten.

  • Aanbod Databank Ondergrond Vlaanderen

  • De voorkomensgrenzen geven per gemodelleerd pakket weer waar de sedimenten voorkomen, althans waar ze gemodelleerd zijn. Het Geologisch 3D model is opgemaakt in het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van het departement LNE - Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen.

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." Verklarende tekst Grondmechanische kaart 22.2.7 Merelbeke-Melle (I. De Bolle en Ph. Van Burm onder leiding van E. De Beer, W. De Breuck en W. Van Impe).

  • Dit zijn de kaarten met de waarnemingen door de basis van de verschillende pakketten, zoals gedefinieerd in het Geologisch 3D model van de Vlaamse ondergrond. Deze waarnemingen zijn meestal boringen, soms ook sonderingen. De shapefiles bevatten per eenheid en per boring de diepte van de basis van de eenheid in meters t.o.v. de start van de boring. De Roerdalslenk werd gemodelleerd aan de hand van seismische data, gecorreleerd met 1 boring. Het Geologisch 3D model is opgemaakt in het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van het departement LNE - Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen.

  • De serie omvat volgende kaartlagen: Dieptecriterium voor speciale beschermingszones - rubriek 53.8 - VLAREM-trein 2013 Dieptecriteria voor rubriek 55.1 - VLAREM-trein 2013 - verticale boring Dieptecriteria voor rubriek 53.8- VLAREM-trein 2013 - winning van grondwater

  • Deze hoogtekaarten stellen de gemodelleerde basis (mTAW) voor van de van de hydrogeologische eenheden 'Hoogtekaarten basis hydrogeologische eenheden' is een kaartlaag die deel uitmaakt van de dataset 'H3O-De Kempen - Hydrogeologie'.

  • Deze diktekaarten stellen de gemodelleerde dikte (m) voor van de van de geologische eenheden 'Diktekaarten geologische eenheden' is een kaartlaag die deel uitmaakt van de dataset 'H3O-De Kempen - Geologie'.

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." Verklarende tekst Grondmechanische kaart 15.4.7 Antwerpen-Deurne-Zuid (Ph. Van Burm, J. D'Huyvetter en J. Maertens onder leiding van E. De Beer, W. De Breuck en W. Van Impe).

  • Deze datasetserie verzamelt kaartlagen, vectorkaarten en rasters, afgeleid van de Bodemkaart van België en van het Geogologisch 3D model (G3Dv3) en van het Hydrogeologisch 3D Model van Vlaanderen (H3Dv2). Deze kaarten geven weer waar zich potentieel lagen bevinden die zich potentieel plastisch kunnen gedragen (zwellen en/of krimpen) in de bodem (bovenste 1.25m) of dieper in de onderliggende geologische lagen. Momenteel wordt enkel klei, silt en leem in kaart gebracht. Glauconietbijmenging in zanden kan potentieel ook een invloed hebben bij het plastische gedrag van gronden, maar daar wordt nog geen specifiek kaartmateriaal voor verzameld. Ook veen in de bodem en ondergrond kan een invloed hebben op terreindalingen bij droogte. Terreinonderzoek moet steeds uitwijzen of er zich effectief klei of leem in de bodem of ondergrond bevindt, en in welke mate hiermee moet rekening gehouden worden voor het gebruik van deze grond of bij bouwen op of in deze grond.