From 1 - 10 / 118
  • De actie- en waakgebieden i.k.v. het gebiedspecifieke beleid, zoals vastgesteld in de herstelprogrammas van het Oligoceen Aquifersysteem (Grondwaterlichamen CVS_0400_GWL_1 en BLKS_0400_GWL_2s) voor grondwaterlichamen in ontoereikende kwantitatieve toestand binnen het Centraal Vlaams Systeem en het Brulandkrijtsysteem (2022-2027)

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." De Grondmechanische kaart 7.7.5-8 Ekeren-Zuid, Plaat IX: Zonering, schaal 1:10000. Verklarende tekst Grondmechanische kaart 7.7.5-8 Ekeren-Zuid (I. Bolle en I. Meyus onder leiding van E. De Beer, W. De Breuck en W. Van Impe).

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." De Grondmechanische kaart 7.7.5-8 Ekeren-Zuid, Plaat IV: Dikte van het kwartair zandkomplex, schaal 1:10000. Verklarende tekst Grondmechanische kaart 7.7.5-8 Ekeren-Zuid (I. Bolle en I. Meyus onder leiding van E. De Beer, W. De Breuck en W. Van Impe).

  • Een informele hydrogeologische stratigrafie van een boring geeft, op basis van de (gecodeerde) lithologie, een indeling weer naar de al dan niet watervoerende eigenschappen van een bepaald beschreven diepte-interval. Het verschil met de hydrogeologische stratigrafie is dat voor de informele hydrogeologische stratigrafie geen algemene standaard gebruikt wordt. Bij de hydrogeologische stratigrafie wordt de Hydrogeologische Codering van de Ondergrond van Vlaanderen (HCOV). Deze kan beschouwd worden als de officiele hydrogeologische codering voor het Vlaams Gewest.

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." De Grondmechanische kaart 7.7.5-8 Ekeren-Zuid, Plaat VII: Top van het Rupeliaan kleikomplex, schaal 1:10000. Verklarende tekst Grondmechanische kaart 7.7.5-8 Ekeren-Zuid (I. Bolle en I. Meyus onder leiding van E. De Beer, W. De Breuck en W. Van Impe).

  • Een informele stratigrafie van een boring is, net als een formele stratigrafie, een lithostratigrafische interpretatie van een (gecodeerde) lithologische beschrijving per diepte-interval. Het verschil met de formele stratigrafie is dat de informele stratigrafie niet moet voldoen aan een algemeen aanvaarde standaard. De informele stratigrafie is een plaats in DOV om oude interpretaties of interpretaties die niet voldoen aan de huidige stratigrafische indeling toch weer te geven. De informele stratigrafie kan ook een gedetailleerde beschrijving bevatten van een lithostratigrafische eenheid.

  • De actie- en waakgebieden i.k.v. het gebiedspecifieke beleid, zoals vastgesteld in de herstelprogrammas van het Krijt Aquifersysteem en het Cambro-Siluur Massief van Brabant (SS_1300_GWL_2, SS_1300_GWL_3, SS_1300_GWL_4, SS_1300_GWL_5 en BLKS_1100_GWL_2s) voor grondwaterlichamen in ontoereikende kwantitatieve toestand binnen het Sokkelsysteem (2016-2021)

  • De laag geeft alle kadastrale percelen weer waarvoor een milieuvergunning (VLAREM II 5.18) is toegekend, gecombineerd met een aanduiding die de ontginningstoestand (2022) weergeeft.

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." De Grondmechanische kaart 7.7.5-8 Ekeren-Zuid, Plaat V: Dikte van het Scaldisiaan b zandkomplex, schaal 1:10000. Verklarende tekst Grondmechanische kaart 7.7.5-8 Ekeren-Zuid (I. Bolle en I. Meyus onder leiding van E. De Beer, W. De Breuck en W. Van Impe).

  • De kaart bevat een zo volledig mogelijke inventaris van in het landschap waarneembare grondverschuivingen in een studiegebied gelegen ten westen van Brussel, in het zuiden van de provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant. Het betreft zowel zeer oude, in het landschap geïntegreerde grondverschuivingen van post-glaciale oorsprong als relatief jonge grondverschuivingen waarvan de initiatiedatum (soms bij benadering) gekend is. De 'jonge' grondverschuivingen kunnen ontstaan zijn binnen een grotere, oude grondverschuiving (local reactivering) of op een onaangetaste (niet in het verleden door grondverschuiving aangetaste) locatie. De meeste grondverschuivngen zijn nog steeds onderhevig aan beweging, zichtbaar aan bijvoorbeeld scheefgestelde bomen. De kartering van de grondverschuivingen gebeurde door een combinatie van terreinprospectie en analyse van schaduwkaarten die werden afgeleid van het digitaal hoogtemodel op basis van laserscanning of LIDAR (Light Detection and Ranging; OC GIS-Vlaanderen, 2005).