From 1 - 10 / 31
  • De gevoeligheidskaart voor grondverschuivingen geeft een eerste indicatie van de gevoeligheid voor grondverschuivingen op zeer lokaal niveau in een studiegebied gelegen ten westen van Brussel, in het zuiden van de provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant. Aan de basis van de kaart ligt een statisch model dat gebaseerd is op logistische regressie voor zeldzame gebeurtenissen. Deze procedure legt het statistisch verband tussen de ligging van de gekarteerde (op het terrein geïnventariseerde) grondverschuivingen en de mogelijke controlerende factoren. Het model werd toegepast in een GIS omgeving voor rasters van 10 m op 10 m en voorspelt de kans op het voorkomen van een grondverschuiving op basis van de hellingsgradiënt, de oriëntatie van de helling (NW, W, ZW en Z), en de aanwezigheid van bepaalde litho-stratigrafische formaties (de formatie van Gent, lid van Vlierzele en lid van Merelbeke, de formatie van Tielt en de formatie van Kortrijk, lid van Aalbeke). Initieel werd aan elk raster een kans op het voorkomen van grondverschuivingen toegekend. Deze kanswaarden (tussen 0 en 1) werden in 4 klassen onderverdeeld, resulterend in pixels met lage, matige, hoge en zeer hoge gevoeligheid. Het werken met klassegrenzen op zich impliceert dat twee dicht bij elkaar gelegen waarden in een verschillende klasse kunnen worden ingedeeld. Het model werd ontwikkeld voor de Vlaamse Ardennen, een deelgebied van het studiegebied, en nadien toegepast op het uitgebreide studiegebied met dezelfde geologische en topografische kenmerken.

  • De analyse van gravimetrische data in het kader van onderzoek naar het Brabant Massief werd uitgevoerd in 2004 door de British Geological Survey in samenwerking met GF Consult bvba en de Belgische Geologische Dienst onder toezicht van GF Consult. De studie werd uitgevoerd in opdracht van de Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie (ANRE), Departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (VLA04-3.1). De studie werd geïntegreerd in de eerder uitgevoerde studie met betrekking tot de aëromagnetische data van het Brabant Massief. Deze kaartlaag geeft de nieuwe meetpunten weer die verwerkt werden in deze studie, met meetwaarden van de Bouguer graviteit. Er zijn geen data gegeven voor de Antwerpse Kempen en de Westhoek omdat voor deze gebieden oudere data verwerkt werden (VLA02-7.3).

  • Het betreft de datapunten van de twee meetcampagnes (2014 en 2017) van het elektromagnetisch onderzoek vanuit de lucht. De eerste campagne werd uitgevoerd aan de Oostkust (Knokke-Heist, Brugge en Damme) in april 2014 waarbij de weerstand van de ondergrond werd bepaald. Een helikopter vloog toen parallelle lijnen met een tussenafstand van 250m, met uitzondering van het Zwin waar een tussenafstand van 100m werd gehanteerd. De tweede campagne werd uitgevoerd in het kader van het Europese TOPSOIL project. In juli 2017 werden het Westelijk en Centraal kustgebied (Franse grens tot Boudewijnkanaal), het Meetjesland en Linkerscheldeoever in kaart gebracht. Voor het deelgebied Linkerscheldeoever werd samengewerkt met MOW-afdeling Maritieme Toegang, het Havenbedrijf Antwerpen, Maatschappij Linkerscheldeoever en het Agentschap voor Natuur en Bos. Bij dit onderzoek vloog een helikopter parallelle lijnen met een tussenafstand van ca. 250m. De data van beide meetcampagnes werd gebruikt om de verziltingskaart 2014/2017 op te maken en geeft aan waar effectief gemeten werd. Bij de datapunten horen ook verticale profielen langs de vlieglijn die de saliniteit van het grondwater weergeven. Voor de interpretatie wordt naast de saliniteit ook de bulk resistiviteit (in ohm.m), de lithologie, en de stratigrafie weergegeven. In de figuren zijn regelmatig onderbrekingen zichtbaar, op deze locaties kon de helikopter geen betrouwbare meting verrichten. De horizontale resolutie van deze figuren is de meetresolutie van de helikopter, met ongeveer een meting per 20 à 40m. De verticale resolutie is de laagindeling volgens de gebruikte inversiemethode.

  • Deze laag geeft per uitgegeven (milieu/omgevings)vergunning de verzameling van kadastrale percelen weer waarop deze van toepassing is.

  • Kaartlaag met de monitoringsstations en nitraatwaarden gerapporteerd voor de periode 2016-2019 aan de Europese Commissie volgens de Nitraatrichtlijn (91/676/CEE).

  • Vlaanderen is opgebouwd uit een afwisseling van watervoerende lagen (zand, grind, krijt, vast gesteente, ...) en regionaal voorkomende niet-watervoerende lagen (bijvoorbeeld klei). De opeenvolging van deze aquifers en aquitards heeft in Vlaanderen een eigen codering: de Hydrogeologische Codering van de Ondergrond van Vlaanderen (HCOV-codering). De HCOV-codering is opgebouwd uit hydrogeologische hoofd-, sub- en basiseenheden. De hoofdeenheid groepeert een opeenvolging van geologische lagen die globaal dezelfde hydrogeologische eigenschappen hebben en zo één geheel vormen. De HCOV hoogtelagen bevat rasters die per rastercel de hoogtewaarde (in m TAW) weergeven van de ondergrens van de betrokken hydrogeologische laag (of de bovengrens in het geval van de sokkel).

  • Alle grondwaterlocaties die opgenomen zijn in de Databank Ondergrond Vlaanderen kunnen via deze kaartlaag bekeken worden. Er zijn verschillende types grondwaterlocaties gedefinieerd: (putten en natuurlijke winningen). En ook verschillende filtertypes (pompfilters, infiltratiefilters, omkeerbare pomp/infiltratiefilters, peilfilters, natuurlijke filters (bronnen en vijvers) Deze locaties worden bijgehouden voor verschillende doeleinden, waaronder: - de winningsputten en peilputten van exploitanten, deze worden ingevoerd op basis van het dossier van de grondwatervergunning - de putten van de grondwatermeetnetten van VMM - de meetputten van INBO en andere natuurorganisaties

  • Op basis van de regionale grondwaterstroming worden verschillende opeenvolgende HCOV's afgebakend die als één geheel worden beschouwd: de grondwatersystemen. De grenzen zijn gebaseerd op de fysische kenmerken van de grondwaterreservoirs (naast enkele gewest- en landsgrenzen). De systemen worden begrensd door duidelijke barrières voor de grondwaterstroming zoals dikke kleilagen, geologische begrenzing, sterk drainerende rivieren, verziltingsgrenzen, ...

  • In de DOV-databank is elke waarneming van grondlagen een boring. Bij de meeste boringen wordt er met een boortoestel een gat gemaakt in de ondergrond om de verschillende grondlagen te kunnen beschrijven. Aan de hand van een boring krijg je een beeld van het materiaal in de ondergrond met toenemende diepte. Afhankelijk van het doel waarvoor de boring geplaatst wordt, zal men een geschikte boormethode toepassen. Boringen worden geplaatst voor verkennend bodemonderzoek, monstername van het sediment en/of grondwater, bepaling van bodemfysische parameters, milieuhygiënisch onderzoek,… Afhankelijk van de diepte, soort materiaal, en het al dan niet boren tot onder de grondwatertafel kan men kiezen uit verscheidene systemen voor handmatig of machinaal te boren. Het bodemmateriaal dat vrijkomt, kan gebruikt worden om een profiel van de ondergrond op te stellen of om er grondmonsters van te nemen om verdere analyses op uit te voeren. Vaak is het de bedoeling een put uit te bouwen zodat water kan gewonnen worden (zie ook grondwatermeetnet en grondwatervergunningen). Soms worden boringen uitgevoerd om een aantal geotechnische karakteristieken te bepalen of om wetenschappelijk onderzoek uit te voeren. Oppervlakkige waarnemingen van de ondergrond noemen we ook boringen. Vooral rond 1900 beschreven een aantal geologen vaak de oppervlakkige lagen. In de databank staan er dan ook verschillende boringen met een diepte van 0 meter. Het gaat vooral om weginsnijdingen of om zichtbare lithologische kenmerken langs de oppervlakte. Gekoppeld aan de boringen zijn waar beschikbaar ook formele interpretaties van de stratigrafie.

  • Deze kaartlaag geeft het voorkomen weer van de (niveo-)eolische leemafzettingen in Vlaanderen alsook het voorkomen van de zand- en grindafzettingen afkomstig van de Maas en de Rijn. Van beide types delfstoffen werd een voxelmodel gemaakt.