From 1 - 10 / 115
  • Het 'Delfstoffenmodel Leem' is het eerste voxelmodel dat opgemaakt is door VITO in opdracht van de Vlaamse overheid, Departement LNE, afdeling Natuurlijke Rijkdommen. Het volumemodel geeft de Quartaire (niveo)-eolische leemafzettingen weer in Vlaanderen. Deze leemafzettingen maken deel uit van de oost-west georiënteerde Europese leemgordel. Deze sedimenten zijn nog steeds belangrijk in de baksteen, en meer algemeen, de keramische industrie. Deze laat-Pleistocene leemafzettingen komen voor in het zuidelijk deel van Vlaanderen en bedekken oudere Quartaire en Neogene en Paleogene sedimenten. Het model deelt het leempakket op in volume-eenheden van 100*100*0.5m. Het model wordt ontsloten via de Delfstoffenverkenner op DOV.

  • Deze lagen geven de dikte (m) weer van de 20 geologische eenheden.

  • De isopachen, isolijnen van de dikte, zijn gemodelleerd voor elk pakket. Het Geologisch 3D model is opgemaakt in het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van het Vlaams Planbureau voor Omgeving.

  • De voorkomensgrenzen geven per gemodelleerd pakket weer waar de eenheden voorkomen, althans waar ze gemodelleerd zijn. Het Ondiep geologisch 3D lagen- en voxelmodel van regio Antwerpen (OA v1.1, 2023) is opgemaakt in het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van het Vlaams Planbureau voor Omgeving.

  • Het Geologisch 3D model is opgemaakt in het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van het departement LNE - Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen. Er werd gestart in 2007. De versie die voorlogt, bevat een groot pakket aan lithostratigrafische onderverdelingen van de ondergrond. De komende jaren zal dit model nog verder opgedeeld en verfijnd worden. Het model omvat: - de hoogte in mTAW van de basis van de gemodelleerde pakketten onder de vorm van grid-asc-bestanden en XYZ-bestanden, - breuken doorheen de basis van de verschillende pakketten, - voorkomensgrenzen van de pakketten, - boringen en interpretaties waarop het model gebaseerd is, - 1 hoofdrapport en 11 nevenrapporten om het model inhoudelijk te onderbouwen. Alles is gedocumenteerd in één hoofdrapport, met referenties naar deelrapporten.

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." Verklarende tekst Grondmechanische kaart 15.3.7 Zwijndrecht-Burcht (Ph. Van Burm en J. Maertens onder leiding van E. De Beer en W. De Breuck).

  • De metadataset 'Potentiële bodemerosiekaart per perceel' omvat de sinds 2013 jaarlijks aangemaakte potentiële bodemerosiekaarten per perceel. Deze kaarten geven aan de hand van een klasse-indeling de totale potentiële erosie van een bepaald landbouwperceel weer. Details per kaart per jaar worden in de respectieve metadata vermeld.

  • Het Hydrogeolgisch 3D-model is opgemaakt in het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij. Het model omvat: - de hoogte in mTAW van de basis en de top van de gemodelleerde pakketten onder de vorm van ASCII- en XYZ-rasterbestanden, - de dikte van de gemodelleerde pakketten onder de vorm van ASCII- en XYZ- rasterbestanden, - voorkomensgrenzen van de pakketten o.b.v. de gemodelleerde rasters, - breukenlijnen doorheen de basissen en toppen van de verschillende pakketten, - 3D-breukvlakken van de gemodelleerde breuken, - boringen, seismiek, en interpretaties waarop het model gebaseerd is, - isohypsen en isopachen van de pakketten, Alles is gedocumenteerd in één hoofdrapport, met referenties naar deelrapporten.

  • Per gemodelleerde eenheid is een kaartlaag beschikbaar met boringen waarin de basis van die eenheid geïdentificeerd werd, en die gebruikt werden voor de modellering van de basis van die eenheid in OAv1.1. De shapefiles bevatten per eenheid en per boring de diepte van de basis van de eenheid in meters t.o.v. de start van de boring, alsook de diepte van de basis in mTAW in de boring en volgens het model. Het Ondiep geologisch 3D lagen- en voxelmodel van regio Antwerpen (OA v1.1, 2023) is opgemaakt in het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van het Vlaams Planbureau voor Omgeving.

  • Vlaanderen is opgebouwd uit een afwisseling van watervoerende lagen (zand, grind, krijt, vast gesteente, ...) en regionaal voorkomende niet-watervoerende lagen (bijvoorbeeld klei). De opeenvolging van deze aquifers en aquitards heeft in Vlaanderen een eigen codering: de Hydrogeologische Codering van de Ondergrond van Vlaanderen (HCOV-codering). De HCOV-codering is opgebouwd uit hydrogeologische hoofd-, sub- en basiseenheden. De hoofdeenheid groepeert een opeenvolging van geologische lagen die globaal dezelfde hydrogeologische eigenschappen hebben en zo één geheel vormen. De HCOV hoogtelagen bevat rasters die per rastercel de hoogtewaarde (in m TAW) weergeven van de ondergrens van de betrokken hydrogeologische laag (of de bovengrens in het geval van de sokkel).