Grondwaterstandindicator oktober 2015

Info

datum rapport: 06-11-2015
referentiedatum: 31-10-2015
aantal meetplaatsen gebruikt: 158

Wil je meer informatie over hoe de grondwaterstandindicator, de kaarten en figuren op deze pagina zijn opgesteld? Neem dan zeker een kijkje op de pagina 'Opbouw grondwaterstandindicator'.

Relatieve vergelijking: wat is de toestand voor de tijd van het jaar?

De grondwaterstand was in oktober op de meeste plaatsen normaal tot laag voor de tijd van het jaar. In de loop van de maand is het aantal meetplaatsen met relatief lage of zeer lage grondwaterstanden toegenomen. De specifieke weersomstandigheden in oktober zorgden ervoor dat de stijging van de watertafel die we in deze periode van het jaar zouden verwachten, zich dit najaar nog niet heeft voorgedaan. Dat verklaart de toename van het aantal meetplaatsen met een grondwaterstand die laag of zeer laag is voor de tijd van het jaar.

Figuur 1: Relatieve toestand van de grondwaterstand: % van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand

Absolute vergelijking: staat het grondwater historisch hoog of laag?

In september was het aantal meetplaatsen met zeer lage grondwaterstanden duidelijk gedaald. Dat patroon is typisch voor de herfst omdat de verdamping in deze periode van het jaar afneemt (kortere daglengte, lagere temperatuur). In oktober is die afname echter stilgevallen. Daardoor was de grondwaterstand gedurende de hele maand oktober op de meeste plaatsen nog steeds laag of zeer laag in absolute zin. Ongeveer 1 op 5 meetplaatsen had een normale grondwaterstand. Hoge of zeer hoge grondwaterstanden komen eind oktober nergens voor.

Figuur 2: Absolute toestand van de grondwaterstand: % van de meetplaatsen met een historisch zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand

Is het grondwater gestegen of gedaald ?

De meetplaatsen met een grondwaterstand die momenteel zeer laag is voor de tijd van het jaar bevinden zich overwegend in de riviervalleien centraal in Vlaanderen. De grondwaterstand is er gedaald of stabiel ten opzichte van vorige maand. In het Netebekken vinden we in vergelijking met de rest van Vlaanderen meer meetplaatsen met een grondwaterstand die normaal is voor de tijd van het jaar. We vinden er meetplaatsen met een stijgende trend, maar er zijn ook plaatsen waar de grondwaterstand stabiel is of gedaald is in de loop van oktober.

Figuur 3: Grondwaterstandsveranderingen en relatieve situering van de grondwaterstand op de referentiedatum van dit rapport

Worden er volgende maand zeer hoge of zeer lage grondwaterstanden verwacht?

Volgende maand verwachten we op de meeste plaatsen geen extreme grondwaterstanden. Op een beperkt aantal plaatsen in Vlaanderen zou de grondwaterstand ook in november nog heel laag kunnen blijven. Het gaat overwegend om meetplaatsen in het zuiden van Vlaanderen, waar de grondwaterstand eerder diep zit en daardoor traag reageert op weersschommelingen.

Figuur 4: Overzichtskaart: locaties waar volgende maand zeer lage (< P10) grondwaterstanden worden verwacht

Conclusie

De grondwaterstand is vandaag op de meeste meetplaatsen normaal tot (zeer) laag voor de tijd van het jaar. De meetplaatsen met (relatief) zeer lage grondwaterstanden situeren zich hoofdzakelijk in de riviervalleien centraal in Vlaanderen, terwijl in het Netebekken meer plaatsen met normale grondwaterstanden worden aangetroffen. In november verwachten we op weinig meetplaatsen extreme grondwaterstanden.