Grondwaterstandindicator augustus 2015

Info

datum rapport: 08-09-2015
referentiedatum: 31-08-2015
aantal meetplaatsen gebruikt: 158

Wil je meer informatie over hoe de grondwaterstandindicator, de kaarten en figuren op deze pagina zijn opgesteld? Neem dan zeker een kijkje op de pagina 'Opbouw grondwaterstandindicator'.

Relatieve vergelijking: wat is de toestand voor de tijd van het jaar?

In het begin van de maand augustus waren de grondwaterstanden op 30 % tot 40 % van de locaties zeer laag en op 40 % lager dan normaal ten opzichte van de augustusmaanden van de voorbije 30 jaar. In de loop van de maand is de toestand geleidelijk aan minder laag geworden, eind augustus zijn er nog ca. 20 % zeer lage en 40 % lager dan normale grondwaterstanden voor de tijd van het jaar. De resterende 40 % zijn normale grondwaterstanden (zie figuur 1).

samenvatting_filters_2014-07-31 tot 2015-08-31_relative

Figuur 1: Relatieve toestand van de grondwaterstand: % van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand

Absolute vergelijking: staat het grondwater historisch hoog of laag?

De grondwaterstanden zijn tijdens de hele maand augustus vooral zeer laag en lager dan normaal (in totaal ca. 90 % van de locaties, zie figuur 2). Het aandeel aan zeer lage grondwaterstanden is tijdens de eerste helft van de maand gedaald tot een maximum van bijna drie kwart van de locaties en dan gestegen tot 55 % van de locaties. De toestand eind augustus is ongeveer vergelijkbaar met eind juli.

samenvatting_filters_2014-07-31 tot 2015-08-31_absolute

Figuur 2: Absolute toestand van de grondwaterstand: % van de meetplaatsen met een historisch zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand

Is het grondwater gestegen of gedaald ?

Lage en zeer lage grondwaterstanden voor de tijd van het jaar komen verspreid voor over zo goed als heel Vlaanderen. In het noordwesten van de Noorderkempen en op het Kempens plateau zijn de grondwaterstanden eerder normaal (zie figuur 3). De grondwaterstanden zijn op ongeveer evenveel plaatsen gestegen als gedaald. Stijgende grondwaterstanden komen niet voor in het zuidwesten van Vlaanderen en dalende grondwaterstanden zijn weinig aanwezig in de provincie Antwerpen en het noorden van Oost-Vlaanderen.

Huidige grondwaterstand

Figuur 3: Grondwaterstandsveranderingen en relatieve situering van de grondwaterstand op de referentiedatum van dit rapport

Worden er volgende maand zeer hoge of zeer lage grondwaterstanden verwacht?

Volgende maand worden er op maximum (bij droog weer) 20 % van de locaties zeer lage grondwaterstanden verwacht. Bij normaal weer worden er op 11 % van de locaties zeer lage grondwaterstanden verwacht en bij nat weer op 5 %. We verwachten de zeer lage grondwaterstanden vooral in Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Antwerpen (zie figuur 4).

Voorspelling grondwaterstand

Figuur 4: Overzichtskaart: locaties waar volgende maand zeer lage (< P10) grondwaterstanden worden verwacht

Conclusie

Tijdens de maand augustus zijn de grondwaterstanden globaal genomen op evenveel plaatsen gestegen als gedaald (figuur 3) waarbij de absolute toestand eind augustus in grote lijnen vergelijkbaar is met eind juli (figuur 2). Voor de tijd van het jaar zijn er eind augustus op nog maar ongeveer een vijfde van de locaties zeer lage grondwaterstanden, vergeleken met eind juli (ca. 30 % zeer lage grondwaterstanden) is de relatieve toestand dus verbeterd (zie figuur 1). De lage en zeer lage grondwaterstanden zijn goed verspreid over heel Vlaanderen, behalve in het noordwesten van de Noorderkempen en op het Kempens plateau (figuur 3).

Volgende maand worden er nog maximaal, bij droog weer, op een vijfde van de locaties zeer lage grondwaterstanden verwacht. De algemene toestand zal dus waarschijnlijk gelijk zijn of verbeteren (zie figuur 4).