Grondwaterstandindicator 08-08-2020

Info

De grondwaterstandsindicator is gebaseerd op maandelijkse peilmetingen in het primair meetnet door de VMM, SCK en De Watergroep voor freatische peilfilters met continue meetreeksen van minstens 11 jaar. Die maandelijkse peilmetingen worden aangevuld met dagelijkse modelberekeningen voor de afgelopen 30 jaar.

  • Wil je meer informatie over hoe de grondwaterstandindicator, de kaarten en figuren op deze pagina zijn opgesteld? Neem dan zeker een kijkje op de pagina 'Opbouw grondwaterstandindicator ' en naar de algemene pagina  van de grondwaterstandindicator.
  • Wil je de grafieken en cijfers van de meest actuele indicator meteen op kaart bekijken in de DOV-verkenner ? Neem dan een kijkje op de kaartlaag 'Grondwaterstandindicator freatisch grondwater voor de tijd van het jaar (meest actueel)'.
  • Wil je de rapporten van de afgelopen maanden en jaren bekijken, dat kan bij de 'Historische grondwaterstandindicator '. 
  • De actuele waterschaarste- en droogtetoestand in Vlaanderen kan u vinden op www.opdehoogtevandroogte.be.

datum rapport: 10-08-2020
referentiedatum: 08-08-2020
aantal meetplaatsen gebruikt: 154

Absolute vergelijking: Staat het freatisch grondwater hoog of laag (ten opzichte van alle dagelijkse peilen van de afgelopen 30 jaar)?

Op 8 augustus waren de absolute grondwaterstanden op 73 % van de locaties zeer laag, op 22 % van de locaties laag, en op 5 % van de locaties normaal. Er waren geen hoge of zeer hoge grondwaterstanden (Figuur 1).

De afgelopen maand nam vooral het aandeel zeer lage grondwaterstanden verder toe. Sinds eind maart, het begin van het vegetatieve groeiseizoen, zien we een gestage toename van lage tot zeer lage peilen. Door het optreden van neerslag in juni na een droge periode stagneerde de snelheid van die toename. Vanaf juli zien we dus opnieuw een gestage toename van vooral het aandeel zeer lage grondwaterstanden. Dalingen van de freatische grondwaterstand zijn over het algemeen te verwachten tot het einde van het groeiseizoen.

De situatie qua absolute grondwaterstanden is op 8/8/2020 zeer vergelijkbaar met de situatie vorig jaar. Het percentage lage tot zeer lage grondwaterstanden is ca. 95 % op 8/8/2020 t.o.v. ca. 97 % op 8/8/2019. Het aandeel zeer lage grondwaterstanden is dit jaar wel wat lager: ca. 73 % dit jaar t.o.v. 83 % vorig jaar.

samenvatting filters 2019-07-08 tot 2020-08-08 absoluut

Figuur 1: Absolute toestand van de freatische grondwaterstand: percentage van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand (ten opzichte van alle dagelijkse peilen van de afgelopen 30 jaar). 
In de winter worden vooral hoge grondwaterstanden verwacht, in de zomer vooral lage.

 

Relatieve vergelijking: Wat is de toestand voor de tijd van het jaar?

Voor de tijd van het jaar (relatieve vergelijking) is op 8 augustus de verdeling van de grondwaterstand op de indicatorlocaties: 45 % zeer laag, 33 % laag, 20 % normaal en 2 % hoog tot zeer hoog (Figuur 2).

Vanaf begin juni nam het aandeel lage tot zeer lage grondwaterstanden voor de tijd van het jaar af. Die afname stagneerde in de loop van juli, en vanaf de 2e helft van juli zien we terug een lichte toename. Die toename zette zich de afgelopen weken verder.

We stellen dus opnieuw een toename vast van het aandeel locaties waar we rond deze tijd van het jaar een hogere grondwatertafel verwachten. Op 8/8/2020 vertonen 78 % van de locaties een lage of zeer lage grondwaterstand voor de tijd van het jaar.

In vergelijking met hetzelfde tijdstip vorig jaar zijn er dit jaar net iets minder locaties met lage tot zeer lage grondwaterstanden voor de tijd van het jaar (ca. 78 % op 8/8/2020 t.o.v. ca. 84 % op 8/8/2019). Het verschil wat betreft zeer lage grondwaterstanden is wat groter: ca. 45 % dit jaar t.o.v. 54 % vorig jaar.

samenvatting filters 2019-07-08 tot 2020-08-08 relatief

Figuur 2: Relatieve toestand van de freatische grondwaterstand: percentage van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand voor de tijd van het jaar.

 

Is het freatische grondwater gestegen of gedaald ?

Ten opzichte van vorige maand zijn de peilen op quasi alle locaties gedaald (daling: 95 % van de locaties, gelijk: 4 %, gestegen: 1 %) (Figuur 3).

Huidige toestand voor de tijd van het jaar, met verandering van grondwaterstand ten opzichte van vorige maand

Figuur 3: Huidige grondwaterstandsveranderingen en relatieve situering van de huidige freatische grondwaterstand.

Op bovenstaande figuur valt op dat in het uiterste westen de peilen voor de tijd van het jaar vaak normale waarden vertonen. Dat is mogelijk te verklaren doordat er lokaal meer neerslag viel. De aanvulling van de grondwatertafel gebeurt er redelijk snel. Dat komt door een combinatie van de aanwezigheid van eerder ondiepe grondwaterstanden en een dun freatisch pakket. Dit neemt niet weg dat ook hier de peilen quasi uitsluitend dalend zijn.  

 

Worden er volgende maand zeer hoge of zeer lage freatische grondwaterstanden verwacht?

Bij droog weer verwachten we volgende maand op ongeveer 64 % van de locaties verspreid over Vlaanderen absoluut én relatief zeer lage grondwaterstanden, bij normaal weer op 38 %, en bij nat weer nog steeds op 31 % van de locaties (Figuur 4).

Voorspelling locaties met gelijktijdig zeer lage absolute en relatieve grondwaterstanden volgende maand in functie van verschillende weerscenario's

Figuur 4: Meetplaatsen waar volgende maand absoluut én relatief zeer lage (<P10) freatische grondwaterstanden worden verwacht.

 

Volgende maand worden nergens (absoluut én relatief) zeer hoge grondwaterstanden verwacht (Figuur 5)

Locaties waar volgende maand zowel met de relatieve als met de absolute vergelijking zeer hoge (>P90) grondwaterstanden worden verwacht

Figuur 5: Meetplaatsen waar volgende maand absoluut én relatief zeer hoge (>P90) freatische grondwaterstanden worden verwacht.

 

Conclusie

De afgelopen weken daalden de absolute freatische grondwaterstanden verder. Op 8 augustus vertonen 73 % van de locaties zeer lage peilen, naast 22 % van de locaties met lage peilen (samen ca. 95 %). Dalingen van de freatische grondwaterstand zijn in het algemeen te verwachten tot het einde van het groeiseizoen.

Het aandeel lage tot zeer lage peilen voor de tijd van het jaar nam ook verder toe. Op 8 augustus vertonen 45 % van de locaties zeer lage peilen voor de tijd van het jaar, naast 33 % locaties met lage peilen voor de tijd van het jaar (samen ca. 78%). Op die locaties verwachten we voor de tijd van het jaar een hogere freatische grondwaterstand. 

De toestand van het freatische grondwater is dit jaar (begin augustus 2020) redelijk gelijkaardig aan de situatie op hetzelfde tijdstip vorig jaar (begin augustus 2019). Ook 2019 werd gekenmerkt door droogte. Het aandeel zeer lage grondwaterstanden ligt dit jaar zowel absoluut als relatief wel zo’n 10 % lager.