From 1 - 10 / 69
  • Vlaanderen is opgebouwd uit een afwisseling van watervoerende lagen (zand, grind, krijt, vast gesteente, ...) en regionaal voorkomende niet-watervoerende lagen (bijvoorbeeld klei). De opeenvolging van deze aquifers en aquitards heeft in Vlaanderen een eigen codering: de Hydrogeologische Codering van de Ondergrond van Vlaanderen (HCOV-codering). De HCOV-codering is opgebouwd uit hydrogeologische hoofd-, sub- en basiseenheden. De hoofdeenheid groepeert een opeenvolging van geologische lagen die globaal dezelfde hydrogeologische eigenschappen hebben en zo één geheel vormen. HCOV_1000 (Paleoceen Aquifersysteem) wordt voornamelijk gevormd door de verschillende opeenvolgende watervoerende lagen behorende tot de Landen Groep (Formaties van Tienen en Hannut) en de Formaties van Heers en Opglabbeek. Het betreft hier een sterk heterogeen samengesteld watervoerend pakket, waarin verschillende minder doorlatende kleiige lagen aanwezig zijn. De dataset “HCOV_1000, basis van het Paleoceen Aquifersysteem” geeft in een raster per rastercel de hoogtewaarde (in m TAW) weer van de ondergrens van deze hydrogeologische laag.

  • Een afgesloten watervoerende laag is een watervoerende laag die voorkomt onder één van de volgende afsluitende hydrogeologische hoofdeenheden die gekenmerkt worden door de unieke code 0300, 0500, 0700 of 0900. De Vlaamse Regering legt deze gebieden op kaart vast. Daarbij wordt er voor gezorgd dat elke winning eenduidig is vastgelegd (conform de definities opgenomen in artikel 2 van het grondwaterdecreet)

  • Grondmonsters in DOV zijn monsters die gekoppeld zijn aan een boring. Deze grondmonsters zijn gekenmerkt door een diepte ten opzichte van het maaiveld en door de manier van staalname. De geografische ligging (X en Y (mL72) en Z (mTAW)) nemen ze over van de gekoppelde boring. Aan deze grondmonsters zijn laboproeven, namelijk resultaten afkomstig van analyses in het laboratorium of enkel referenties naar bepaalde analyses, gekoppeld. De analyseresultaten van de monsters kunnen zeer divers zijn, namelijk onderkenningsproeven met centraal de korrelgrootteverdeling maar ook plasticiteitsgrenzen en humus- en kalkgehalte, metingen van volumemassa- en watergehalte en referenties van doorlatendheid, samendrukbaarheid en schuifweerstandkarakteristieken, glauconietgehalte en steenkoolanalyses. De gegevens van de monsters en de laboresultaten kunnen worden geëxporteerd in een rapport.

  • Vlaanderen is opgebouwd uit een afwisseling van watervoerende lagen (zand, grind, krijt, vast gesteente, ...) en regionaal voorkomende niet-watervoerende lagen (bijvoorbeeld klei). De opeenvolging van deze aquifers en aquitards heeft in Vlaanderen een eigen codering: de Hydrogeologische Codering van de Ondergrond van Vlaanderen (HCOV-codering). De HCOV-codering is opgebouwd uit hydrogeologische hoofd-, sub- en basiseenheden. De hoofdeenheid groepeert een opeenvolging van geologische lagen die globaal dezelfde hydrogeologische eigenschappen hebben en zo één geheel vormen. Deze hydrogeologische hoofdeenheid wordt gevormd door de kleilagen behorende tot de Ieper Groep, meer in het bijzonder de Formatie van Gent.

  • De heffing moet grondwaterverbruikers aanzetten tot een spaarzaam gebruik van grondwater. Ook wil ze het gebruik van meer duurzame alternatieven, zoals het gebruik van regenwater, stimuleren. De ontvangen heffingsbedragen worden integraal doorgestort naar het MINA-fonds. Het heffingenbeleid is gebaseerd op het principe van de laag- en de gebiedsfactor. In de heffingsformule zijn deze factoren ingebouwd. De laagfactor heeft betrekking op een hydrogeologische hoofdeenheid (HCOV-code) en wordt gebruikt voor lagen die in hun geheel een verscherpt heffingenbeleid vereisen. Met de gebiedsfactor kan een laag lokaal een differentiatie in de heffing aangebracht worden.

  • Vlaanderen is opgebouwd uit een afwisseling van watervoerende lagen (zand, grind, krijt, vast gesteente, ...) en regionaal voorkomende niet-watervoerende lagen (bijvoorbeeld klei). De opeenvolging van deze aquifers en aquitards heeft in Vlaanderen een eigen codering: de Hydrogeologische Codering van de Ondergrond van Vlaanderen (HCOV-codering). De HCOV-codering is opgebouwd uit hydrogeologische hoofd-, sub- en basiseenheden. De hoofdeenheid groepeert een opeenvolging van geologische lagen die globaal dezelfde hydrogeologische eigenschappen hebben en zo één geheel vormen. HCOV_0200 (Kempens Aquifersysteem) wordt gevormd door alle Tertiaire en Quartaire afzettingen boven de Boomse kleilaag. Geografisch komen deze lagenhoofdzakelijk voor in het bekken van de Kempen. Het betreft hier de zone ten noordoosten van de dagzoming van de Formatie van Boom. Deze hydrogeologische zone bestaat hoofdzakelijk uit een opeenvolging van diverse Tertiaire en Quartaire zanden, afgewisseld met al dan niet belangrijke lokale kleilagen. De dataset "HCOV_0230, basis van het Pleistoceen en Plioceen Aquifersysteem” geeft in een raster per rastercel de hoogtewaarde (in m TAW) weer van de ondergrens van deze hydrogeologische laag. De sub-eenheid "HCOV_0230 Pleistoceen en Plioceen Aquifer" vormt in grote delen van de Kempen de bovenste freatische aquifer. Ze wordt gevormd door de Tertiaire en vroeg-Quartaire zanden behorende tot de Formaties van Brasschaat, Merksplas, Mol, Poederlee, Kasterlee en Lillo en is afgescheiden van de rest van het Kempens Aquifersysteem door de eerder dunne, soms heel lokale Pliocene kleiige laag.

  • Vlaanderen is opgebouwd uit een afwisseling van watervoerende lagen (zand, grind, krijt, vast gesteente, ...) en regionaal voorkomende niet-watervoerende lagen (bijvoorbeeld klei). De opeenvolging van deze aquifers en aquitards heeft in Vlaanderen een eigen codering: de Hydrogeologische Codering van de Ondergrond van Vlaanderen (HCOV-codering). De HCOV-codering is opgebouwd uit hydrogeologische hoofd-, sub- en basiseenheden. De hoofdeenheid groepeert een opeenvolging van geologische lagen die globaal dezelfde hydrogeologische eigenschappen hebben en zo één geheel vormen. Deze hydrogeologische hoofdeenheid wordt gevormd door het belangrijkste deel van de Ieper Groep. Het betreft hier de beter bekende Ieperse klei. Het bevat het Silt van Kortemark, behorend tot de Formatie van Tielt, en de verschillende kleilagen van de Formatie van Kortrijk. Globaal vormt het Ieperiaan Aquitardsysteem een sterk ondoorlatende laag.

  • De heffing moet grondwaterverbruikers aanzetten tot een spaarzaam gebruik van grondwater. Ook wil ze het gebruik van meer duurzame alternatieven, zoals het gebruik van regenwater, stimuleren. De ontvangen heffingsbedragen worden integraal doorgestort naar het MINA-fonds. Het heffingenbeleid is gebaseerd op het principe van de laag- en de gebiedsfactor. In de heffingsformule zijn deze factoren ingebouwd. De laagfactor heeft betrekking op een hydrogeologische hoofdeenheid (HCOV-code) en wordt gebruikt voor lagen die in hun geheel een verscherpt heffingenbeleid vereisen. Met de gebiedsfactor kan een laag lokaal een differentiatie in de heffing aangebracht worden.

  • De heffing moet grondwaterverbruikers aanzetten tot een spaarzaam gebruik van grondwater. Ook wil ze het gebruik van meer duurzame alternatieven, zoals het gebruik van regenwater, stimuleren. De ontvangen heffingsbedragen worden integraal doorgestort naar het MINA-fonds. Het heffingenbeleid is gebaseerd op het principe van de laag- en de gebiedsfactor. In de heffingsformule zijn deze factoren ingebouwd. De laagfactor heeft betrekking op een hydrogeologische hoofdeenheid (HCOV-code) en wordt gebruikt voor lagen die in hun geheel een verscherpt heffingenbeleid vereisen. Met de gebiedsfactor kan een laag lokaal een differentiatie in de heffing aangebracht worden.

  • Vlaanderen is opgebouwd uit een afwisseling van watervoerende lagen (zand, grind, krijt, vast gesteente, ...) en regionaal voorkomende niet-watervoerende lagen (bijvoorbeeld klei). De opeenvolging van deze aquifers en aquitards heeft in Vlaanderen een eigen codering: de Hydrogeologische Codering van de Ondergrond van Vlaanderen (HCOV-codering). De HCOV-codering is opgebouwd uit hydrogeologische hoofd-, sub- en basiseenheden. De hoofdeenheid groepeert een opeenvolging van geologische lagen die globaal dezelfde hydrogeologische eigenschappen hebben en zo één geheel vormen. HCOV_0800 (Ieperiaan Aquifer) is eerder beperkt in omvang en bevat de zanden behorende tot de Formatie van Tielt. De Ieperiaan Aquifer wordt als hoofdeenheid beschouwd daar die van groot hydrogeologisch belang is in sommige delen van West- en Oost-Vlaanderen, maar wordt niet verder opgesplitst. Deze hydrogeologische hoofdeenheid wordt gevormd door het Zand van Egem en het Zand van Mont-Panisel, beide behorend tot het Lid van Egem. De dataset “HCOV_0800, basis van de Ieperiaan Aquifer” geeft in een raster per rastercel de hoogtewaarde (in m TAW) weer van de ondergrens van deze hydrogeologische laag.