From 1 - 10 / 115
  • Deze diktekaarten stellen de gemodelleerde dikte (m) voor van de van de hydrogeologische eenheden 'Diktekaarten hydrogeologische eenheden' is een kaartlaag die deel uitmaakt van de dataset 'H3O-De Kempen - Hydrogeologie'.

  • Per gemodelleerde (hydrogeologische) eenheid is een kaartlaag beschikbaar met boringen waarin de basis (of top) van die eenheid geïdentificeerd werd, en die gebruikt werden voor de modellering van de basis van die eenheid in H3Dv2.1. De shapefiles bevatten per eenheid en per boring de diepte van de basis van de eenheid in meters t.o.v. de start van de boring, alsook de diepte van de basis in mTAW in de boring en volgens het model. Boringen die de basis van de betreffende eenheid niet bereikten, maar wel als indicatie voor de bepaling ervan gebruikt werden, kregen de code “-8888”. De bijbehorende ‘Delta-z’-waarde (verschil tussen diepte interpretatie volgens het model en volgens de boring) krijgt dan de waarde ‘99999’. Het Hydrogeologisch 3D-model is opgemaakt in het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij.

  • H3O - De Kempen is een (hydro)geologisch 3-dimensionaal model van de ondergrond van de Belgisch-Nederlandse grensstreek van Midden-Brabant / De Kempen. Het grensoverschrijdende karakter van de modellering staat centraal. Daarbij werden de Cenozoïsche (Quartaire, Neogene en Paleogene) afzettingen in de Belgisch-Nederlandse grensstreek van Midden-Brabant / De Kempen Het H3O-project leidde tot één geologisch en één hydrogeologisch model van het Cenozoïcum. Zowel in deze modellen als tussen deze breukvlakken komen nu langs de Belgisch-Nederlandse grens van het projectgebied geen aansluitingsproblemen meer voor. Daarnaast werd een correlatie tussen Belgische en Nederlandse lithostratigrafische eenheden uitgevoerd ten behoeve van de (hydro) geologische modellering van de ondergrond. Door deze correlaties vormen de geologische en hydrogeologische interpretaties en modellen een onderling consistent geheel. Het projectgebied sluit in het zuidoosten aan op dat van het eerste project H3O – Roerdalslenk. De resultaten van H3O-Roerdalslenk werden opgeleverd in zowel het Nederlandse als het Belgische coördinatenstelsel en referentieniveau. Voor Vlaanderen is dit het referentiestelsel Belge Lambert 1972 en TAW (Tweede Algemene Waterpassing) en voor Nederland in RD en NAP (Nieuw Amsterdams Peil). Het H3O-Roerdalslenk-project werd in 2012 opgestart en gepubliceerd in juli 2014. Dit onderzoek werd uitgevoerd door TNO, Geologische Dienst Nederland en VITO in samenwerking met de Belgische Geologische Dienst.

  • Deze lagen geven de hoogte van de top (mTAW) van de 20 geologische eenheden.

  • Deze diktekaarten stellen de gemodelleerde dikte (m) voor van de van de geologische eenheden 'Diktekaarten geologische eenheden' is een kaartlaag die deel uitmaakt van de dataset 'H3O-De Kempen - Geologie'.

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." Verklarende tekst Grondmechanische kaart 15.3.7 Zwijndrecht-Burcht (Ph. Van Burm en J. Maertens onder leiding van E. De Beer en W. De Breuck).

  • Dit deel van 'H3O-De Kempen - Hydrogeologie' omvat de breuken, de hoogte van de top, de dikte en de hoogte van de basis van de 51 modeleenheden die samen het hydrogeologische lagenmodel vormen.

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." Verklarende tekst Grondmechanische kaart 15.3.5 Zwijndrecht-Zuid (Ph. Van Burm en J. Maertens onder leiding van E. De Beer en W. De Breuck).

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." Verklarende tekst Grondmechanische kaart 15.3.4 Antwerpen-Noordkasteel (Ph. Van Burm en J. Maertens onder leiding van E. De Beer en W. De Breuck).

  • Vlaanderen is opgebouwd uit een afwisseling van watervoerende lagen (zand, grind, krijt, vast gesteente, ...) en regionaal voorkomende niet-watervoerende lagen (bijvoorbeeld klei). De opeenvolging van deze aquifers en aquitards heeft in Vlaanderen een eigen codering: de Hydrogeologische Codering van de Ondergrond van Vlaanderen (HCOV-codering). De HCOV-codering is opgebouwd uit hydrogeologische hoofd-, sub- en basiseenheden. De hoofdeenheid groepeert een opeenvolging van geologische lagen die globaal dezelfde hydrogeologische eigenschappen hebben en zo één geheel vormen. De HCOV-dataset bevat rasters die per rastercel de hoogtewaarde (in m TAW) weergeven van de ondergrens van de betreffende hydrogeologische laag, met uitzondering van de raster voor de sokkel waar de top wordt voorgesteld. Naast een rasterbestand zijn er voor elke hoofdeenheid voorkomensgrenzen gekarteerd en aanwezig in de HCOV-dataset.