From 1 - 10 / 193
  • INSPIRE compatibele downloaddienst (WFS) met geharmoniseerde data voor de kaartlaag 'INSPIRE geharmoniseerd - MineralOccurrence'.

  • INSPIRE compatibele downloaddienst (WFS) met geharmoniseerde data voor de kaartlaag 'INSPIRE geharmoniseerd - Chemische parameter'.

  • INSPIRE compatibele raadpleegdienst (WMS) met geharmoniseerde data voor de kaartlaag 'INSPIRE geharmoniseerd - G3Dv3 overzicht gebruikte seismiek'.

  • Deze kaarten zijn rasterkaarten (grids) die de minimale warmtegeleidbaarheid in Vlaanderen over 100 m diepte, tot de vaste rots of tot de gekarteerde diepte voorstellen. Voor de schatting van de warmtegeleidbaarheid werd beslist het HCOV-model te gebruiken. De toegepaste methodologie deelt de verschillende hydrogeologische lagen op in een bepaald aantal categorieën volgens het grondtype waaruit de laag hoofdzakelijk bestaat. Aan elke categorie werd op basis van literatuurgegevens een realistische minimale waarde voor de thermische geleidbaarheid toegekend. Deze waarden werden verder getoetst door middel van een kalibratie aan de hand van meer dan 15 beschikbare TRT's, willekeurig in Vlaanderen uitgevoerd in het kader van reële bouwprojecten.

  • INSPIRE compliant Raadpleegdienst voor de kaartlagen m.b.t. bodem en ondergrond in Vlaanderen

  • Dit deel van H3O-Roerdalslenk, 'H3O-Roerdalslenk - Algemene lagen', omvat de dataset en kaartlagen die de algemene eigenschappen van het model weergeven. Ze zijn bruikbaar voor zowel het geologische model als het hydrogeologische model.

  • De onderzoeksprioritering waterbodems is een geïntegreerde maat voor verontreiniging, de ecologische waarde, de kans op duurzaam herstel en het maatschappelijk belang van waterloopsegmenten, uitgewerkt op een ruimtelijk expliciete manier. De onderzoeksprioritering baseert zich hiervoor op de gekende toestand van de waterlopen. Het resultaat is een interactieve kaartlaag van de onderzoeksprioritering waarbij via een multicriteria analyse (MCA) een rangschikking van Vlaamse waterloopsegmenten gemaakt is die de onderzoekslijst opmaken. Hoe hoger de onderzoeksprioriteit van een waterloopsegment, hoe hoger dat segment op de onderzoekslijst staat. De rode waterloopsegmenten op de kaart hebben de hoogste onderzoeksprioriteit. De criteria die aan de basis liggen van de onderzoeksprioriteit voor een waterloop zijn de triade kwaliteitsbeoordeling, de fysico-chemische signaalwaarden, de multimetrische macroinvertebratenindex, de structuur, de visindex, de strahler-orde, het naburig ruimtegebruik en ligging in oppervlaktewaterwingebied. Opgelet: De resultaten opgenomen in de waterbodemverkenner zijn een momentopname. In een aantal gevallen kan de waterbodem bemonsterd zijn voor het uitvoeren van de ruimingswerken. In dat geval zijn de resultaten niet meer representatief voor de huidige toestand van de waterbodem. De bemonsterde sedimenten zijn immers uit de waterloop geruimd. De onderzoeksprioritering waterbodems ondersteunt de identificatie van prioritair te onderzoeken waterbodems. Toetsing aan triggerwaarden, bodemsaneringsnormen en vlarebo bijlage V & VI geven een eerste inzicht van welke polluenten eventueel probleemparameters zijn voor de ruiming en verwerking van de waterbodems. Uitspraken zijn enkel gebaseerd op historische en recente waterbodemkwaliteitsgegevens beschikbaar per segment. Er wordt enkel rekening gehouden met geanalyseerde polluenten. Niet alle meetresultaten zijn digitaal beschikbaar en raadpleegbaar in de Waterbodemverkenner. Dit geldt in het bijzonder voor polluenten die op het moment van de staalname weinig frequent werden geanalyseerd. Voor deze “nieuwe opkomende stoffen / emerging contaminants” is het belangrijk om de gegevens opgenomen in de rapporten zelf te raadplegen. Het niet aanwezig zijn van bepaalde meetresultaten in de Waterbodemverkenner mag dus niet leiden tot de conclusie dat er geen verontreiniging aanwezig is. Bijkomend waterbodemonderzoek is steeds noodzakelijk om een correct beeld te vormen van de huidige waterbodemkwaliteit per waterloopsegment.

  • INSPIRE compatibele downloaddienst (WFS) met geharmoniseerde data voor de kaartlaag 'INSPIRE geharmoniseerd - Organische C-percentage'.

  • De heffing moet grondwaterverbruikers aanzetten tot een spaarzaam gebruik van grondwater. Ook wil ze het gebruik van meer duurzame alternatieven, zoals het gebruik van regenwater, stimuleren. De ontvangen heffingsbedragen worden integraal doorgestort naar het MINA-fonds. Het heffingenbeleid is gebaseerd op het principe van de laag- en de gebiedsfactor. In de heffingsformule zijn deze factoren ingebouwd. De laagfactor heeft betrekking op een hydrogeologische hoofdeenheid (HCOV-code) en wordt gebruikt voor lagen die in hun geheel een verscherpt heffingenbeleid vereisen. Met de gebiedsfactor kan voor een specifieke laag (HCOV hoofdeenheid) lokaal een differentiatie in de heffing aangebracht worden, naargelang de gebiedspecifieke grondwaterproblematiek, bv. voor de vastgestelde actiegebieden voor grondwater. De gebiedsfactoren gelden voor de heffingsjaren 2018 t.e.m. 2023.