From 1 - 10 / 118
  • De actie- en waakgebieden i.k.v. het gebiedspecifieke beleid, zoals vastgesteld in de herstelprogrammas van het Ledo Paniseliaan Brusseliaan Aquifersysteem en Ieperiaan aquifer (Grondwaterlichamen CVS_0600_GWL_2, CVS_0800_GWL_2 en BLKS_0600_GWL_2s) voor grondwaterlichamen in ontoereikende kwantitatieve toestand binnen het Centraal Vlaams Systeem en het Brulandkrijtsysteem (2016-2021)

  • Wanneer een boring wordt uitgevoerd wordt er een beschrijving gemaakt van het materiaal dat men aangeboord heeft. Men beschrijft de textuur, het soort materiaal, de kleur, mineralen, fossielen, ... per diepte-interval. Dit kan zowel op het veld gebeuren als achteraf indien de stalen bewaard worden. Deze beschrijvingen kunnen gedaan worden door bijvoorbeeld de boormeester of door een geoloog. Meestal wordt de boring beschreven per diepte-interval waarover men hetzelfde materiaal herkent. De mate van detail van de beschrijving kan afhankelijk zijn van het doeleinde waarvoor men de boring uitvoert of wie de beschrijving doet: is het om een geologische kaart te maken, dienen er monsters genomen te worden voor laboratoriumanalyses, ... In DOV worden de beschrijvingen van ontsluitingen boven het aardoppervlak, aangeduid als boringen met diepte 0 m, beschreven van 0 m tot 0 m.

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." De Grondmechanische kaart 7.7.5-8 Ekeren-Zuid, Plaat IV: Dikte van het kwartair zandkomplex, schaal 1:10000. Verklarende tekst Grondmechanische kaart 7.7.5-8 Ekeren-Zuid (I. Bolle en I. Meyus onder leiding van E. De Beer, W. De Breuck en W. Van Impe).

  • De lagen in deze serie geven per jaar alle kadastrale percelen weer waarvoor een milieu-/omgevingsvergunning (VLAREM II 5.18) is toegekend, gecombineerd met een aanduiding die de ontginningstoestand weergeeft.

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." De Grondmechanische kaart 7.7.5-8 Ekeren-Zuid, Plaat II: Dikte van de aangevulde en vergraven gronden, schaal 1:10000. Verklarende tekst Grondmechanische kaart 7.7.5-8 Ekeren-Zuid (I. Bolle en I. Meyus onder leiding van E. De Beer, W. De Breuck en W. Van Impe).

  • Een informele stratigrafie van een boring is, net als een formele stratigrafie, een lithostratigrafische interpretatie van een (gecodeerde) lithologische beschrijving per diepte-interval. Het verschil met de formele stratigrafie is dat de informele stratigrafie niet moet voldoen aan een algemeen aanvaarde standaard. De informele stratigrafie is een plaats in DOV om oude interpretaties of interpretaties die niet voldoen aan de huidige stratigrafische indeling toch weer te geven. De informele stratigrafie kan ook een gedetailleerde beschrijving bevatten van een lithostratigrafische eenheid.

  • De hydrostratigrafie geeft, op basis van de (gecodeerde) lithologie, een indeling weer naar de al dan niet watervoerende eigenschappen van een bepaald beschreven diepte-interval. Deze interpretatie respecteert de lithostratigrafie van het Tertiair, maar deelt deze anders in. De hiervoor gebruikte standaard is de 2e versie van de Hydrogeologische Codering van de Ondergrond van Vlaanderen (HCOV). Deze kan beschouwd worden als de officiële hydrogeologische codering voor het Vlaams Gewest.

  • De actie- en waakgebieden i.k.v. het gebiedspecifieke beleid, zoals vastgesteld in de herstelprogrammas van het Oligoceen Aquifersysteem (Grondwaterlichamen CVS_0400_GWL_1 en BLKS_0400_GWL_2s) voor grondwaterlichamen in ontoereikende kwantitatieve toestand binnen het Centraal Vlaams Systeem en het Brulandkrijtsysteem (2022-2027)

  • Een informele hydrogeologische stratigrafie van een boring geeft, op basis van de (gecodeerde) lithologie, een indeling weer naar de al dan niet watervoerende eigenschappen van een bepaald beschreven diepte-interval. Het verschil met de hydrogeologische stratigrafie is dat voor de informele hydrogeologische stratigrafie geen algemene standaard gebruikt wordt. Bij de hydrogeologische stratigrafie wordt de Hydrogeologische Codering van de Ondergrond van Vlaanderen (HCOV). Deze kan beschouwd worden als de officiele hydrogeologische codering voor het Vlaams Gewest.

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." De Grondmechanische kaart 7.7.5-8 Ekeren-Zuid, Plaat V: Dikte van het Scaldisiaan b zandkomplex, schaal 1:10000. Verklarende tekst Grondmechanische kaart 7.7.5-8 Ekeren-Zuid (I. Bolle en I. Meyus onder leiding van E. De Beer, W. De Breuck en W. Van Impe).