From 1 - 10 / 118
  • Bodemerosie leidt tot sedimenttransport doorheen het landschap totdat sedimentatie op het land optreedt of de sedimentstroom waterlopen, grachten of riolering bereikt. Deze datalaag geeft de gebieden met de gemodelleerde specifieke sedimentaanvoer naar waterlopen van de Vlaamse Hydrografische Atlas (VHA), grachten en riolering weer, uitgedrukt in ton sediment die per hectare gemiddeld jaarlijks het watersysteem bereikt. Hiertoe wordt de totale sedimentaanvoer in het gebied gedeeld door de oppervlakte van het gebied. De gebiedsindeling is gebaseerd op de intermediaire afstroomgebieden, zoals afgebakend door de VMM. De modellering werd uitgevoerd met het CN-WS model versie 4.2.2 in combinatie met pycnws versie 0.5.4. De doorrekening gebeurde op schaal Vlaanderen op een resolutie van 20 m. Deze datalaag vormt een indicatie van de gemiddelde sedimentaanvoer berekend met een gemiddelde neerslagerosiviteitsfactor van de laatste 30 jaar. Het scenario A werd toegepast, waarbij landbouwpercelen als grasland worden beschouwd wanneer deze minstens 2 opeenvolgende jaren een permanente gewasbedekking kennen. Alle andere landbouwpercelen worden als een gemiddeld akkerland beschouwd. De modellering is gebaseerd op de landbouwpercelenkaart van 2020. Er werd rekening gehouden met de erosiebestrijdingsmaatregelen die gerealiseerd waren in 2020 via beheerovereenkomsten of via kleinschalige erosiebestrijdingswerken. Lokaal kunnen de gemodelleerde waarden afwijken van de reële waarden, gezien elke modellering slechts een benadering van de werkelijkheid is. Er kan bovendien enkel rekening gehouden worden met de inputdata die beschikbaar zijn en een onderdeel zijn van het model.

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." De Grondmechanische kaart 15.2.1-4 Kallo, Plaat II: Dikte van de aangevulde en vergraven gronden, schaal 1:10000. Verklarende tekst Grondmechanische kaart 15.2.1-4 Kallo (I. Bolle onder leiding van E. De Beer, W. De Breuck en W. Van Impe).

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." De Grondmechanische kaart 7.7.5-8 Ekeren-Zuid, Plaat III: Dikte van het alluvium, schaal 1:10000. Verklarende tekst Grondmechanische kaart 7.7.5-8 Ekeren-Zuid (I. Bolle en I. Meyus onder leiding van E. De Beer, W. De Breuck en W. Van Impe).

  • Contourenkaart van de actie- en waakgebieden i.k.v. het gebiedspecifieke beleid zoals vastgesteld in de herstelprogrammas voor grondwaterlichamen in ontoereikende kwantitatieve toestand binnen het Centraal Vlaams Systeem, het Brulandkrijtsysteem en het Sokkelsysteem (2022-2027)

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." Verklarende tekst Grondmechanische kaart 15.2.1-4 Kallo (I. Bolle onder leiding van E. De Beer, W. De Breuck en W. Van Impe).

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." De Grondmechanische kaart 7.7.5-8 Ekeren-Zuid, Plaat VII: Top van het Rupeliaan kleikomplex, schaal 1:10000. Verklarende tekst Grondmechanische kaart 7.7.5-8 Ekeren-Zuid (I. Bolle en I. Meyus onder leiding van E. De Beer, W. De Breuck en W. Van Impe).

  • Deze laag geeft per actieve uitgegeven (milieu/omgevings)vergunning de verzameling van kadastrale percelen weer waarop deze van toepassing is.

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." De Grondmechanische kaart 15.2.1-4 Kallo, Plaat III: Dikte van het alluvium, schaal 1:10000. Verklarende tekst Grondmechanische kaart 15.2.1-4 Kallo (I. Bolle onder leiding van E. De Beer, W. De Breuck en W. Van Impe).

  • De kaart met oplossingsscenario's voor erosieknelpunten bevat de gegevens uit de gemeentelijke erosiebestrijdingsplannen in Vlaanderen, goedgekeurd door de afdeling Gebiedsontwikkeling, omgevingsplanning en –projecten van de Vlaamse Overheid. De gegevens uit deze plannen zijn voorstellen van nuttig geachte erosiebestrijdingsmaatregelen. De opname van maatregelen in deze plannen wil niet zeggen dat de maatregelen daadwerkelijk uitgevoerd zullen worden. Aangezien nog niet alle erosiegevoelige gemeenten beschikken over een goedgekeurd gemeentelijk erosiebestrijdingsplan, is de kaart niet als volledig te beschouwen. Naar schatting hebben ongeveer 120 gemeenten in het Vlaamse Gewest op minstens een deel van hun grondgebied te maken met water- en bewerkingserosie door de combinatie van de hellende topografie, het hoge leemgehalte in de bodem en de landbouwpraktijk met intensieve akkerbouw. In Vlaanderen zijn deze gemeenten geconcentreerd in een band van gemiddeld 30 kilometer in het zuiden van het Gewest. In het jaar 2020 beschikken 117 gemeenten over een goedgekeurd erosiebestrijdingsplan. Het gemeentelijk erosiebestrijdingsplan is opgebouwd uit enerzijds de studie van historische en omgevingsfactoren (de analyse van de randvoorwaarden), en anderzijds de identificatie van erosieknelpunten samen met een concept van oplossing bestaande uit een combinatie van brongerichte en symptoomgerichte erosiebestrijdingsmaatregelen voor elk van de knelpunten (de knelpuntanalyse). Een knelpunt wordt gedefinieerd als het gebied dat afwatert naar een gekend erosieprobleempunt. Een knelpunt kan de gemeentegrens overschrijden, aangezien de begrenzing van een afstromingsgebied bepaald wordt door de topografie en niet door de gemeentegrens. In principe kunnen knelpunten niet overlappen, tenzij bij een foutieve inschatting van het afstromingsgebied. Dat is soms het geval bij grensoverschrijdende knelpuntgebieden, omdat de erosiebestrijdingsplannen per gemeente en onafhankelijk van elkaar zijn opgemaakt, mogelijk door verschillende studiebureaus. Deze ‘fouten’ werden opgemerkt bij de evaluatie van de erosiebestrijdingsplannen, maar niet aangepast in deze kaart. De kaart met oplossingsscenario's voor erosieknelpunten bevat de niet gecorrigeerde gegevens van de goedgekeurde erosiebestrijdingsplannen. Opmerkingen die door de bevoegde administratie werden gegeven, zijn in aparte documenten per plangebied te consulteren. De plannen die ter goedkeuring werden ingediend, werden opgesteld door verschillende studiebureaus. De verscheidenheid van naamgeving en symbologie van erosiebestrijdingsmaatregelen werd voor deze kaart gereduceerd tot tien klassen van maatregelen, verdeeld over punt-, lijn- en vlakmaatregelen. De datalaag "plangebieden" bevat de afbakening van de gebieden waarvoor de gemeenten hun gemeentelijke erosiebestrijdingsplannen hebben opgemaakt.

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." De Grondmechanische kaart 15.2.1-4 Kallo, Plaat V: Dikte van het Scaldisiaan b zandkomplex, schaal 1:10000. Verklarende tekst Grondmechanische kaart 15.2.1-4 Kallo (I. Bolle onder leiding van E. De Beer, W. De Breuck en W. Van Impe).