From 1 - 10 / 41
  • Deze kaart toont de geulenstelsels ingetekend op basis van de luchtfoto's.

  • Deze kaart toont de geulenstelsels kort voor 1570.

  • Deze kaart geeft de gecumuleerde dikte van de Quartaire eenhe(i)d(en), met als hoofdlithologie klei of silt, van het Geologisch 3D Model van Vlaanderen en het Hydrogeologisch 3D Model van Vlaanderen (G3Dv3/H3Dv2) weer, over de volledige diepte van het voorkomen van deze eenheden, als ze voorkomen binnen de 5m onder maaiveld.

  • Deze kaart toont de geulenstelsels ingetekend op basis van de luchtfoto's.

  • Deze kaart geeft de gecumuleerde dikte van de Quartaire eenhe(i)d(en), met als hoofdlithologie klei of silt, van het Geologisch 3D Model van Vlaanderen en het Hydrogeologisch 3D Model van Vlaanderen (G3Dv3/H3Dv2) weer, binnen de 5m onder het maaiveld (DHMV2, met aanpassingen in G3Dv3).

  • CurieuzeNeuzen in de Tuin is een burgerwetenschapsproject waarbij de deelnemers de gazon van hun eigen tuin, school, vereniging of bedrijf uitrusten met een sensor die de bodem-, lucht- en oppervlaktetemperatuur en het bodemvocht meet. Tijdens de eerste fase van het project liep de meetperiode van 1/6/2020 t.e.m. 1/10/2020. Deze fase diende als proefproject voor variatie aan microklimaat, bodemtextuur en bodemkoolstof binnen één tuin in kaart te brengen. Tijdens de tweede fase van het project liep de meetperiode van 3/4/2021 t.e.m. 2/10/2021. Aan deze fase deden 4.400 burgerwetenschappers mee. Alle deelnemers verzamelden ook een bodemstaal, dat geanalyseerd werd op bodemkoolstof en bodemtextuur. Tijdens de derde fase van het project liep de meetperiode van 28/3/2022 t.e.m. 1/10/2022. Aan deze fase deden 2.800 van de 4.400 burgerwetenschappers opnieuw mee. Er werd geen bodemstaal geanalyseerd tijdens deze fase.

  • Deze kaart geeft de diepte van de top van de eerste Neogene of Paleogene eenheid, met als hoofdlithologie klei of silt, van het Geologisch 3D Model van Vlaanderen en het Hydrogeologisch 3D Model van Vlaanderen (G3Dv3/H3Dv2) weer, als deze zich binnen de 5m onder het maaiveld (DHMV2, met aanpassingen in G3Dv3) bevindt. Uit de geselecteerde eenheden komen enkel Paleogene eenheden binnen de 5m onder maaiveld voor.

  • Deze kaartlaag bevat de selectie van alle bodems die zware klei, klei en complexen met klei bevatten in de Bodemkaart. Deze selectie werd gemaakt op basis van de textuurklasse. Dit is een weergave van de situatie ten tijde van de bodemkartering.

  • Bodemerosie leidt tot sedimenttransport doorheen het landschap totdat sedimentatie op het land optreedt of de sedimentstroom waterlopen, grachten of riolering bereikt. Deze datalaag geeft de gemodelleerde sedimentaanvoer naar de riolering weer, uitgedrukt in ton sediment dat gemiddeld jaarlijks op een bepaalde locatie deze riolering bereikt. De modellering werd uitgevoerd met het CN-WS model versie 4.2.2 in combinatie met pycnws versie 0.5.4. De doorrekening gebeurde op schaal Vlaanderen op een resolutie van 20 m. Deze datalaag vormt een indicatie van de gemiddelde sedimentaanvoer berekend met een gemiddelde neerslagerosiviteitsfactor van de laatste 30 jaar. Het scenario A werd toegepast, waarbij landbouwpercelen als grasland worden beschouwd wanneer deze minstens 2 opeenvolgende jaren een permanente gewasbedekking kennen. Alle andere landbouwpercelen worden als een gemiddeld akkerland beschouwd. De modellering is gebaseerd op de landbouwpercelenkaart van 2020. Er werd rekening gehouden met de erosiebestrijdingsmaatregelen die gerealiseerd waren in 2020 via beheerovereenkomsten of via kleinschalige erosiebestrijdingswerken. Lokaal kunnen de gemodelleerde waarden afwijken van de reële waarden, gezien elke modellering slechts een benadering van de werkelijkheid is. Er kan bovendien enkel rekening gehouden worden met de inputdata die beschikbaar zijn en een onderdeel zijn van het model.

  • Bodemerosie leidt tot sedimenttransport doorheen het landschap totdat sedimentatie op het land optreedt of de sedimentstroom waterlopen, grachten of riolering bereikt. Deze datalaag geeft het gemodelleerde sedimenttransport weer, uitgedrukt in ton sediment dat gemiddeld jaarlijks op een bepaalde locatie in het landschap stroomafwaarts stroomt. De modellering werd uitgevoerd met het CN-WS model versie 4.2.2 in combinatie met pycnws versie 0.5.4. De doorrekening gebeurde op schaal Vlaanderen op een resolutie van 20 m. Deze datalaag vormt een indicatie van het gemiddelde sedimenttransport berekend met een gemiddelde neerslagerosiviteitsfactor van de laatste 30 jaar. Het scenario A werd toegepast, waarbij landbouwpercelen als grasland worden beschouwd wanneer deze minstens 2 opeenvolgende jaren een permanente gewasbedekking kennen. Alle andere landbouwpercelen worden als een gemiddeld akkerland beschouwd. De modellering is gebaseerd op de landbouwpercelenkaart van 2020. Er werd rekening gehouden met de erosiebestrijdingsmaatregelen die gerealiseerd waren in 2020 via beheerovereenkomsten of via kleinschalige erosiebestrijdingswerken. Lokaal kunnen de gemodelleerde waarden afwijken van de reële waarden, gezien elke modellering slechts een benadering van de werkelijkheid is. Er kan bovendien enkel rekening gehouden worden met de inputdata die beschikbaar zijn en een onderdeel zijn van het model.