From 1 - 10 / 193
  • Deze kaarten zijn rasterkaarten (grids) die de gemiddelde warmtegeleidbaarheid in Vlaanderen over 100 m diepte, tot de vaste rots of tot de gekarteerde diepte voorstellen. Voor de schatting van de warmtegeleidbaarheid werd beslist het HCOV-model te gebruiken. De toegepaste methodologie deelt de verschillende hydrogeologische lagen op in een bepaald aantal categorieën volgens het grondtype waaruit de laag hoofdzakelijk bestaat. Aan elke categorie werd op basis van literatuurgegevens een realistische gemiddelde waarde voor de thermische geleidbaarheid toegekend. Deze waarden werden verder getoetst door middel van een kalibratie aan de hand van meer dan 15 beschikbare TRT's, willekeurig in Vlaanderen uitgevoerd in het kader van reële bouwprojecten.

  • INSPIRE compatibele raadpleegdienst (WMS) met geharmoniseerde data voor de kaartlaag 'INSPIRE geharmoniseerd - Gevoeligheid voor grondverschuivingen'.

  • INSPIRE compatibele downloaddienst (WFS) met geharmoniseerde data voor de kaartlaag 'INSPIRE geharmoniseerd - ontginningen: vergunningen'.

  • De actie- en waakgebieden i.k.v. het gebiedspecifieke beleid, zoals vastgesteld in de herstelprogrammas voor grondwaterlichamen in ontoereikende kwantitatieve toestand (2022-2027)

  • INSPIRE compatibele raadpleegdienst (WMS) met geharmoniseerde data voor de kaartlaag 'INSPIRE geharmoniseerd - G3Dv3 voorkomensgrenzen'.

  • Ecologische beoordeling van de kwaliteit van de waterbodem in Vlaanderen volgens triade bestaat uit drie verschillende evaluaties die gecombineerd worden tot één eindbeoordeling: een fysisch chemische, een ecotoxicologische en een biologische evaluatie. De kwaliteit van een waterbodem wordt vergeleken met een referentiebodem die de natuurlijke toestand benadert (Deckere, De Cooman et al. 2000). Hoe meer luiken een afwijking ten opzichte van de referentiebodem vertonen, hoe slechter de waterbodemkwaliteit. Sinds 2016 worden elke 6 jaar 300 meetplaatsen bemonsterd binnen het waterbodemmeetnet (VMM), voorheen betrof dit 600 meetplaatsen elke 4 jaar. De TKB geeft een bestaand risico voor verontreininging.

  • De voorkomensgrenzen geven per gemodelleerd pakket weer waar de eenheden voorkomen, althans waar ze gemodelleerd zijn. Het Ondiep geologisch 3D lagen- en voxelmodel van regio Antwerpen (OA v1.1, 2023) is opgemaakt in het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van het Vlaams Planbureau voor Omgeving.

  • Per gemodelleerd pakket geven deze kaarten de hoogte van de top (mTAW) van de gemodelleerde eenheid weer van het Ondiep geologisch 3D lagen- en voxelmodel van regio Antwerpen (OA v1.1, 2023). Het ondiep model is een testcase voor het modelleren van de ondiepe stedelijke ondergrond. Deze opdracht valt binnen het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van het Vlaams Planbureau voor Omgeving.

  • Met het grensoverschrijdende Interreg-project "GEOHEAT-APP" wilden VITO, Grontmij en TNO de concrete haalbaarheid van (diepe) geothermische systemen in de grensregio Vlaanderen-Nederland nagaan. Men spreekt over diepe geothermie wanneer de warmte uit lagen dieper dan 500 m onttrokken wordt. Deze kaarten zijn rasterkaarten (grids) die de temperatuur (°C) van de top van volgende 4 potentiële reservoirs voorstellen in cellen van 250m op 250m : Krijt, Trias, Westfaliaan D en Dinantiaan.