From 1 - 10 / 115
  • Het Ondiep geologisch 3D lagen- en voxelmodel van regio Antwerpen (OA v1, 2023) geeft de variatie in de samenstelling van de ondergrond weer tot -50 mTAW voor de stedelijke regio van Antwerpen en een deel van de Antwerpse haven. Het model is opgemaakt in het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van het Vlaams Planbureau voor Omgeving. Het model omvat: - de hoogte in mTAW van de basis en de top van de gemodelleerde pakketten onder de vorm van grid-asc-bestanden, - de dikte van de gemodelleerde pakketten onder de vorm van grid-asc-bestanden, - voorkomensgrenzen van de pakketten, - boringen, sonderingen, en interpretaties waarop het model gebaseerd is, en - densiteitskaarten. Daarnaast biedt het model een voxelmodel met variatie per volume van 25*25*0.5m in lithologie, eenheid en een beschrijving van de algemene samenstelling van de eenheid en van de variatie in het glauconietgehalte. Alles is gedocumenteerd in een rapport en bijhorende bestanden.

  • Per gemodelleerde eenheid is een kaartlaag beschikbaar met sonderingen waarin de basis van die eenheid geïdentificeerd werd, en die gebruikt werden voor de modellering van de basis van die eenheid in OAv1.1. De shapefiles bevatten per eenheid en per boring de diepte van de basis van de eenheid in meters t.o.v. de start van de boring, alsook de diepte van de basis in mTAW in de boring en volgens het model. Het Ondiep geologisch 3D lagen- en voxelmodel van regio Antwerpen (OA v1.1, 2023) is opgemaakt in het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van het Vlaams Planbureau voor Omgeving.

  • Digitale vectoriële dataset van de analoge Bodemkaart van België voor het grondgebied van Vlaanderen. Alle kaartelementen van de analoge kaarten (gepubliceerd op kaartschaal 1: 20 000) zijn zorgvuldig manueel gedigitaliseerd en voorzien van een code, overeenkomstig het gebruikte classificatiesysteem: morfogenetisch voor binnen-Vlaanderen (substraat, textuurklasse, drainageklasse, profielontwikkelingsgroep, fase en variante) en geomorfologisch voor de Kuststreek (substraat, serie, subserie, type, subtype en variante). De digitale versie van de bodemkaart is vrijwel systematisch gecontroleerd t.o.v. de analoge bodemkaarten. De polygonen werden ingekleurd zoals op de analoge bodemkaart. Waar beschikbaar zijn voor elk bodemtype de algemene kenmerken (Van Ranst E. en Sys C., 2000) en foto's van een representatief bodemprofiel en representatieve omgevingen weergegeven. Tenslotte bestaat voor elke polygoon de mogelijkheid om de scan van het analoge bodemkaartblad, het toelichtingsboekje en de basiskaarten op schaal 1:5000 op te roepen. Deze dataset is omwille van de visualisatie onderverdeeld in 5 kaartlagen bij publicatie in de bodemverkenner: bodemtypes, substraten, fasen, varianten van het moedermateriaal en de profielontwikkeling. De kaartlaag met de bodemtypes bevat ook al de attributen van de andere kaartlagen. De bodemkaart werd in juni 2017 geupdate met enkele militaire domeinen en een unibodemtype voor de classficatie van de zeepolders en verschillende fouten werden verbeterd.

  • Per gemodelleerde eenheid is een kaartlaag beschikbaar met boringen waarin de basis van die eenheid geïdentificeerd werd, en die gebruikt werden voor de modellering van de basis van die eenheid in OAv1.1. De shapefiles bevatten per eenheid en per boring de diepte van de basis van de eenheid in meters t.o.v. de start van de boring, alsook de diepte van de basis in mTAW in de boring en volgens het model. Het Ondiep geologisch 3D lagen- en voxelmodel van regio Antwerpen (OA v1.1, 2023) is opgemaakt in het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van het Vlaams Planbureau voor Omgeving.

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." Verklarende tekst Grondmechanische kaart 14.6.7 Gent-Oostakker (M. Buysse, Ph. Van Burm en J. Maertens onder leiding van E. De Beer, W. De Breuck en W. Van Impe).

  • De afstromingskaart toont de lijnen in het landschap waar het water na een regenbui potentieel geconcentreerd afstroomt, rekening houdend met de topografie en de aanwezige waterlopen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de afstromingskaart met enkelvoudige stroomlijnen en de afstromingskaart met meervoudige stroomlijnen. Bij de afstromingskaart met enkelvoudige stroomlijnen leidt het berekeningsalgoritme al het afstromend water dat toekomt in een pixel naar de laagst gelegen omliggende pixel (Single Flow Direction). Hierdoor ontstaan geconcentreerde, duidelijk afgelijnde afstromingslijnen die de locaties in het landschap weergeeft met de meeste kans op afstroming. Wanneer gebruik wordt gemaakt van meervoudige stroomlijnen leidt het berekeningsalgoritme al het afstromend water dat toekomt in een pixel proportioneel naar alle lager gelegen omliggende pixels, waarbij de laagstgelegen pixel de meeste afstroming ontvangt en de minst lager gelegen pixel het minste afstroming ontvangt (Multiple Flow Direction). Hierdoor ontstaan diffuse afstromingslijnen die een meer realistisch beeld geeft van afstroming over een helling.

  • De voorkomensgrenzen geven per gemodelleerd pakket weer waar de eenheden voorkomen, althans waar ze gemodelleerd zijn. Het Geologisch 3D model is opgemaakt in het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van het Vlaams Planbureau voor Omgeving.

  • Met het grensoverschrijdende Interreg-project "GEOHEAT-APP" wilden VITO, Grontmij en TNO de concrete haalbaarheid van (diepe) geothermische systemen in de grensregio Vlaanderen-Nederland nagaan. Men spreekt over diepe geothermie wanneer de warmte uit lagen dieper dan 500 m onttrokken wordt. Deze kaarten zijn rasterkaarten (grids) die de temperatuur (°C) van de top van volgende 4 potentiële reservoirs voorstellen in cellen van 250m op 250m : Krijt, Trias, Westfaliaan D en Dinantiaan.

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." Verklarende tekst Grondmechanische kaart 22.1.8 Gent-Zwijnaarde (I. Bolle en Ph. Van Burm onder leiding van E. De Beer, W. De Breuck en W. Van Impe).

  • H3O - De Kempen is een (hydro)geologisch 3-dimensionaal model van de ondergrond van de Belgisch-Nederlandse grensstreek van Midden-Brabant / De Kempen. Het grensoverschrijdende karakter van de modellering staat centraal. Daarbij werden de Cenozoïsche (Quartaire, Neogene en Paleogene) afzettingen in de Belgisch-Nederlandse grensstreek van Midden-Brabant / De Kempen Het H3O-project leidde tot één geologisch en één hydrogeologisch model van het Cenozoïcum. Zowel in deze modellen als tussen deze breukvlakken komen nu langs de Belgisch-Nederlandse grens van het projectgebied geen aansluitingsproblemen meer voor. Daarnaast werd een correlatie tussen Belgische en Nederlandse lithostratigrafische eenheden uitgevoerd ten behoeve van de (hydro) geologische modellering van de ondergrond. Door deze correlaties vormen de geologische en hydrogeologische interpretaties en modellen een onderling consistent geheel. Het projectgebied sluit in het zuidoosten aan op dat van het eerste project H3O – Roerdalslenk. De resultaten van H3O-Roerdalslenk werden opgeleverd in zowel het Nederlandse als het Belgische coördinatenstelsel en referentieniveau. Voor Vlaanderen is dit het referentiestelsel Belge Lambert 1972 en TAW (Tweede Algemene Waterpassing) en voor Nederland in RD en NAP (Nieuw Amsterdams Peil). Het H3O-Roerdalslenk-project werd in 2012 opgestart en gepubliceerd in juli 2014. Dit onderzoek werd uitgevoerd door TNO, Geologische Dienst Nederland en VITO in samenwerking met de Belgische Geologische Dienst.