From 1 - 10 / 115
  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." Verklarende tekst Grondmechanische kaart 15.3.2 Antwerpen-Luchtbal (Ph. Van Burm en J. Maertens onder leiding van E. De Beer en W. De Breuck).

  • Deze diktekaarten stellen de gemodelleerde dikte (m) voor van de van de hydrogeologische eenheden 'Diktekaarten hydrogeologische eenheden' is een kaartlaag die deel uitmaakt van de dataset 'H3O-De Kempen - Hydrogeologie'.

  • Een afgesloten watervoerende laag is een watervoerende laag die voorkomt onder één van de volgende afsluitende hydrogeologische hoofdeenheden die gekenmerkt worden door de unieke code 0300, 0500, 0700 of 0900. De Vlaamse Regering legt deze gebieden op kaart vast. Daarbij wordt er voor gezorgd dat elke winning eenduidig is vastgelegd (conform de definities opgenomen in artikel 2 van het grondwaterdecreet)

  • The Belgian soil organic carbon (SOC) stock maps for topsoils (0-30 cm) were composed of 2 regional SOC stock maps. For the regional maps a different approach was used for agricultural land as compared to forest. The maps are based on digital soil mapping approaches using empirical models calibrated to predict the SOC stock and using covariates that are available at a sufficient resolution at the regional scale. All maps are strongly dependent on the Belgian Soil Map (texture and drainage parameters). The regional maps were compiled at a finer resolution (10m x 10m and 40m x 40m grid cells). Next they were joined (40m x 40m grid cells) and finally scaled up to the required 1 by 1 km grid cells. This was done using the following tools: block statistics (mean), mosaic to new raster (mean), project to raster, block statistics (mean), resample (nearest neighbour) and project raster. Given the different origin of the individual maps, the uncertainty varies between maps. For instance, a map of the 90% confidence interval of the SOC stocks was produced for agricultural soils in Wallonia based on a Monte Carlo Approach taking into account both the measurement and the model uncertainties. For Flemish forest soils, spatial and analytical uncertainties were taken into account using bootstrapping techniques. For Flemish agricultural soils, the uncertainty reported is the model uncertainty on point estimates for each data point, in which the estimated model parameters are simulated 1000 times as being independent normal distributed variables using their model estimation and standard error as distribution parameters. No additional uncertainty is taken into account for the conversion functions that use the stochastic variables "bulk density". The SOC stock maps are the first comprehensive maps for Belgium integrating grasslands, croplands and forests. There are two versions of the SOC stock maps for Belgium: 1) resolution of 40m x 40m in the coordinate reference system Lambert72 and 2) resolution of 1km x 1km in the coordinate reference system WGS84. The metadata are available and allow assessing the uncertainties of the stock estimates in the different component maps.

  • De breuklijnen geven voor elk gemodelleerd pakket de snijding van de breuken met de basis (of top) van het pakket weer. Het Hydrogeologisch 3D-model is opgemaakt in het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij.

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." Verklarende tekst Grondmechanische kaart 15.2.1-4 Kallo (I. Bolle onder leiding van E. De Beer, W. De Breuck en W. Van Impe).

  • Digitale vectoriële dataset van de analoge Bodemkaart van België voor het grondgebied van Vlaanderen. Alle kaartelementen van de analoge kaarten (gepubliceerd op kaartschaal 1: 20 000) zijn zorgvuldig manueel gedigitaliseerd en voorzien van een code, overeenkomstig het gebruikte klassificatiesysteem: morfogenetisch voor binnen-Vlaanderen (substraat, textuur, drainage, profielontwikkeling, fase en variante) en geomorfologisch voor de Kuststreek (substraat, serie, subserie, type, subtype en variante). De digitale versie van de bodemkaart is vrijwel systematisch gecontroleerd t.o.v. de analoge bodemkaarten.

  • Deze lijnenkaart stellen de breuken voor die tot in de basis van de betreffende eenheid of door de eenheid, tot in een ondiepere eenheid doorwerken. Breuken is een kaartlaag die deel uitmaakt van de dataset 'H3O-De Kempen - Hydrogeologie'.

  • Het 'Delfstoffenmodel Leem' is het eerste voxelmodel dat opgemaakt is door VITO in opdracht van de Vlaamse overheid, Departement LNE, afdeling Natuurlijke Rijkdommen. Het volumemodel geeft de Quartaire (niveo)-eolische leemafzettingen weer in Vlaanderen. Deze leemafzettingen maken deel uit van de oost-west georiënteerde Europese leemgordel. Deze sedimenten zijn nog steeds belangrijk in de baksteen, en meer algemeen, de keramische industrie. Deze laat-Pleistocene leemafzettingen komen voor in het zuidelijk deel van Vlaanderen en bedekken oudere Quartaire en Neogene en Paleogene sedimenten. Het model deelt het leempakket op in volume-eenheden van 100*100*0.5m. Het model wordt ontsloten via de Delfstoffenverkenner op DOV.

  • Deze puntenkaart geeft de boringen weer die voor het model van een welbepaalde eenheid gebruikt zijn. Boringen is een kaartlaag die deel uitmaakt van de dataset 'H3O-De Kempen - Hydrogeologie'.