From 1 - 10 / 115
  • Dit deel van H3O-Roerdalslenk, 'H3O-Roerdalslenk - Algemene lagen', omvat de dataset en kaartlagen die de algemene eigenschappen van het model weergeven. Ze zijn bruikbaar voor zowel het geologische model als het hydrogeologische model.

  • De heffing moet grondwaterverbruikers aanzetten tot een spaarzaam gebruik van grondwater. Ook wil ze het gebruik van meer duurzame alternatieven, zoals het gebruik van regenwater, stimuleren. De ontvangen heffingsbedragen worden integraal doorgestort naar het MINA-fonds. Het heffingenbeleid is gebaseerd op het principe van de laag- en de gebiedsfactor. In de heffingsformule zijn deze factoren ingebouwd. De laagfactor heeft betrekking op een hydrogeologische hoofdeenheid (HCOV-code) en wordt gebruikt voor lagen die in hun geheel een verscherpt heffingenbeleid vereisen. Met de gebiedsfactor kan voor een specifieke laag (HCOV hoofdeenheid) lokaal een differentiatie in de heffing aangebracht worden, naargelang de gebiedspecifieke grondwaterproblematiek, bv. voor de vastgestelde actiegebieden voor grondwater. De gebiedsfactoren gelden voor de heffingsjaren 2018 t.e.m. 2023.

  • Deze datasetserie verzamelt kaartlagen, vectorkaarten en rasters, afgeleid van de Bodemkaart van België en van het Geogologisch 3D model (G3Dv3) en van het Hydrogeologisch 3D Model van Vlaanderen (H3Dv2). Deze kaarten geven weer waar zich potentieel lagen bevinden die zich potentieel plastisch kunnen gedragen (zwellen en/of krimpen) in de bodem (bovenste 1.25m) of dieper in de onderliggende geologische lagen. Momenteel wordt enkel klei, silt en leem in kaart gebracht. Glauconietbijmenging in zanden kan potentieel ook een invloed hebben bij het plastische gedrag van gronden, maar daar wordt nog geen specifiek kaartmateriaal voor verzameld. Ook veen in de bodem en ondergrond kan een invloed hebben op terreindalingen bij droogte. Terreinonderzoek moet steeds uitwijzen of er zich effectief klei of leem in de bodem of ondergrond bevindt, en in welke mate hiermee moet rekening gehouden worden voor het gebruik van deze grond of bij bouwen op of in deze grond.

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." Verklarende tekst Grondmechanische kaart 15.3.4 Antwerpen-Noordkasteel (Ph. Van Burm en J. Maertens onder leiding van E. De Beer en W. De Breuck).

  • Deze lagen geven de hoogte van de top (mTAW) van 62 hydrogeologische eenheden.

  • Per gemodelleerd pakket geven deze kaarten de hoogte van de top (mTAW) van de gemodelleerde eenheid weer van het Ondiep geologisch 3D lagen- en voxelmodel van regio Antwerpen (OA v1.1, 2023). Het ondiep model is een testcase voor het modelleren van de ondiepe stedelijke ondergrond. Deze opdracht valt binnen het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van het Vlaams Planbureau voor Omgeving.

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." Verklarende tekst Grondmechanische kaart 15.3.7 Zwijndrecht-Burcht (Ph. Van Burm en J. Maertens onder leiding van E. De Beer en W. De Breuck).

  • Vlaanderen is opgebouwd uit een afwisseling van watervoerende lagen (zand, grind, krijt, vast gesteente, ...) en regionaal voorkomende niet-watervoerende lagen (bijvoorbeeld klei). De opeenvolging van deze aquifers en aquitards heeft in Vlaanderen een eigen codering: de Hydrogeologische Codering van de Ondergrond van Vlaanderen (HCOV-codering). De HCOV-codering is opgebouwd uit hydrogeologische hoofd-, sub- en basiseenheden. De hoofdeenheid groepeert een opeenvolging van geologische lagen die globaal dezelfde hydrogeologische eigenschappen hebben en zo één geheel vormen. De HCOV-dataset bevat rasters die per rastercel de hoogtewaarde (in m TAW) weergeven van de ondergrens van de betreffende hydrogeologische laag, met uitzondering van de raster voor de sokkel waar de top wordt voorgesteld. Naast een rasterbestand zijn er voor elke hoofdeenheid voorkomensgrenzen gekarteerd en aanwezig in de HCOV-dataset.

  • Deze diktekaarten stellen de gemodelleerde dikte (m) voor van de van de geologische eenheden 'Diktekaarten geologische eenheden' is een kaartlaag die deel uitmaakt van de dataset 'H3O-De Kempen - Geologie'.

  • De heffing moet grondwaterverbruikers aanzetten tot een spaarzaam gebruik van grondwater. Ook wil ze het gebruik van meer duurzame alternatieven, zoals het gebruik van regenwater, stimuleren. De ontvangen heffingsbedragen worden integraal doorgestort naar het MINA-fonds. Het heffingenbeleid is gebaseerd op het principe van de laag- en de gebiedsfactor. In de heffingsformule zijn deze factoren ingebouwd. De laagfactor heeft betrekking op een hydrogeologische hoofdeenheid (HCOV-code) en wordt gebruikt voor lagen die in hun geheel een verscherpt heffingenbeleid vereisen. Met de gebiedsfactor kan een laag lokaal een differentiatie in de heffing aangebracht worden.