From 1 - 10 / 115
  • Het Geologisch 3D model is opgemaakt in het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van het departement LNE - Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen. Er werd gestart in 2007. De versie die voorlogt, bevat een groot pakket aan lithostratigrafische onderverdelingen van de ondergrond. De komende jaren zal dit model nog verder opgedeeld en verfijnd worden. Het model omvat: - de hoogte in mTAW van de basis van de gemodelleerde pakketten onder de vorm van grid-asc-bestanden en XYZ-bestanden, - breuken doorheen de basis van de verschillende pakketten, - voorkomensgrenzen van de pakketten, - boringen en interpretaties waarop het model gebaseerd is, - 1 hoofdrapport en 11 nevenrapporten om het model inhoudelijk te onderbouwen. Alles is gedocumenteerd in één hoofdrapport, met referenties naar deelrapporten.

  • De serie omvat volgende kaartlagen: Dieptecriterium voor speciale beschermingszones - rubriek 53.8 - VLAREM-trein 2013 Dieptecriteria voor rubriek 55.1 - VLAREM-trein 2013 - verticale boring Dieptecriteria voor rubriek 53.8- VLAREM-trein 2013 - winning van grondwater

  • Dit deel van H3O-Roerdalslenk, 'H3O-Roerdalslenk - Hydrogeologie' omvat in totaal de kans op voorkomen, de breuken, de hoogte van de top, de dikte en de hoogte van de basis van de 62 modeleenheden die samen het hydrogeologische lagenmodel vormen.

  • De heffing moet grondwaterverbruikers aanzetten tot een spaarzaam gebruik van grondwater. Ook wil ze het gebruik van meer duurzame alternatieven, zoals het gebruik van regenwater, stimuleren. De ontvangen heffingsbedragen worden integraal doorgestort naar het MINA-fonds. Het heffingenbeleid is gebaseerd op het principe van de laag- en de gebiedsfactor. In de heffingsformule zijn deze factoren ingebouwd. De laagfactor heeft betrekking op een hydrogeologische hoofdeenheid (HCOV-code) en wordt gebruikt voor lagen die in hun geheel een verscherpt heffingenbeleid vereisen. Met de gebiedsfactor kan voor een specifieke laag (HCOV hoofdeenheid) lokaal een differentiatie in de heffing aangebracht worden, naargelang de gebiedspecifieke grondwaterproblematiek, bv. voor de vastgestelde actiegebieden voor grondwater. De gebiedsfactoren gelden voor de heffingsjaren 2018 t.e.m. 2023.

  • Per gemodelleerd pakket geven deze kaarten de hoogte van de basis (mTAW) van de gemodelleerde eenheid weer van het Ondiep geologisch 3D lagen- en voxelmodel van regio Antwerpen (OA v1.1, 2023). Het ondiep model is een testcase voor het modelleren van de ondiepe stedelijke ondergrond. Deze opdracht valt binnen het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van het Vlaams Planbureau voor Omgeving.

  • De lagen in deze serie geven per jaar alle kadastrale percelen weer waarvoor een milieu-/omgevingsvergunning (VLAREM II 5.18) is toegekend, gecombineerd met een aanduiding die de ontginningstoestand weergeeft.

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." Verklarende tekst Grondmechanische kaart 15.4.3 Antwerpen-Merksem-Zuid (Ph. Van Burm en J. Maertens onder leiding van E. De Beer, W. De Breuck en W. Van Impe).

  • Deze lagen geven de hoogte van de basis (mTAW) van de 20 geologische eenheden.

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." Verklarende tekst Grondmechanische kaart 15.4.7 Antwerpen-Deurne-Zuid (Ph. Van Burm, J. D'Huyvetter en J. Maertens onder leiding van E. De Beer, W. De Breuck en W. Van Impe).

  • De grondmechanische kaarten werden opgesteld door het Centrum voor Grondmechanische Kartering van Universiteit Gent en de Werkgroep of Kommissie voor Grondmechanische Kartering (verschillende auteurs) en uitgegeven onder auspiciën van het Rijksinstituut voor Grondmechanica. Quote uit de verklarende teksten bij de grondmechanische kaarten: "De grondmechanische kaarten beantwoorden aan een behoefte naar een samenvattende weergave van die komponenten van het geologisch milieu die een rol spelen bij het bodemgebruik en een invloed uitoefenen op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van bouwwerken. Aan de verstrekte gegevens mag echter geen absolute nauwkeurigheid worden toegekend omwille van de interpolaties die bij het opstellen ervan werden gemaakt. De kaarten geven inlichtingen over de algemene geologische en grondmechanische gesteldheid van de ondergrond zoals ze afgeleid kan worden uit de ten tijde van de kartering beschikbare proeven. Het zijn dus enkel richtinggevende documenten en de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke toepassingen ervan. De grondmechanische kaarten kunnen de gebruiker in geen geval vrijstellen van het verrichten van aanvullende proeven in functie van welomschreven projecten." Verklarende tekst Grondmechanische kaart 15.2.1-4 Kallo (I. Bolle onder leiding van E. De Beer, W. De Breuck en W. Van Impe).