From 1 - 10 / 28
  • Kaartlaag met de varianten van de profielontwikkeling van de digitale vectoriële dataset van de analoge Bodemkaart van België voor het grondgebied van Vlaanderen. Alle kaartelementen van de analoge kaarten (gepubliceerd op kaartschaal 1: 20 000) zijn zorgvuldig manueel gedigitaliseerd en voorzien van een code, overeenkomstig het gebruikte classificatiesysteem: morfogenetisch voor binnen-Vlaanderen (substraat, textuurklasse, drainageklasse, profielontwikkelingsgroep, fase en variante) en geomorfologisch voor de Kuststreek (substraat, serie, subserie, type, subtype en variante). De digitale versie van de bodemkaart is vrijwel systematisch gecontroleerd t.o.v. de analoge bodemkaarten. De polygonen werden ingekleurd zoals op de analoge bodemkaart. Waar beschikbaar zijn voor elk bodemtype de algemene kenmerken (Van Ranst E. en Sys C., 2000) en foto's van een representatief bodemprofiel en representatieve omgevingen weergegeven. Tenslotte bestaat voor elke polygoon de mogelijkheid om de scan van het analoge bodemkaartblad, het toelichtingsboekje en de basiskaarten op schaal 1:5000 op te roepen. Deze dataset is omwille van de visualisatie onderverdeeld in 5 kaartlagen bij publicatie in de bodemverkenner: bodemtypes, substraten, fasen, varianten van het moedermateriaal en de profielontwikkeling. De kaartlaag met de bodemtypes bevat ook al de attributen van de andere kaartlagen. De bodemkaart werd in juni 2017 geupdate met enkele militaire domeinen en een unibodemtype voor de classficatie van de zeepolders en verschillende fouten werden verbeterd.

  • Een bodemsite is een fysieke locatie die één of meer bodemlocaties groepeert, bijvoorbeeld een veld waar verschillende profielputten gelegen zijn of meerdere boringen uitgevoerd werden. Een bodemsite is gekoppeld aan één of meer bodemlocaties. Een bodemlocatie is gekoppeld aan 0 of één bodemsite. Een bodemsite kan een geometrie bevatten (polygoon), maar deze is niet verplicht. Indien er geen geometrie beschikbaar is, wordt als geometrie het convexe omhulsel van de puntlocaties van de gekoppelde bodemlocatie gebruikt.

  • De dataset 'Oppervlaktemonsters kartering Belgische bodemkaart' bevat de relevantste informatie van alle oppervlaktemonsters uit de Aardewerk-Vlaanderen-2010 databank. Voor een volledige weergave van alle attribuutinformatie van de oppervlaktemonsters wordt verwezen naar de volledige Aardewerk-Vlaanderen-2010 databank. Aardewerk-Vlaanderen-2010 is een databank met de beschrijving en analyseresultaten van 7.020 bodemprofielen en 42.529 geassocieerde bodemhorizonten, aangevuld met 9.281 oppervlaktemonsters, allen gesitueerd op het grondgebied Vlaanderen en Brussel. Deze gegevens (143 variabelen) werden verzameld tijdens de systematische bodemprofielstudie, die tussen 1949 en 1971 werd uitgevoerd in België, onder auspiciën van het Instituut tot aanmoediging van het Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheid en Landbouw. Het Centrum voor Grondonderzoek van de Rijksuniversiteit Gent met afdelingen aan de Katholieke Universiteit Leuven en de Facultés des Sciences Agronomiques de Gembloux stond in voor de realisatie van deze studie.

  • Kaartlaag van de varianten van het moedermateriaal van de digitale vectoriële dataset van de analoge Bodemkaart van België voor het grondgebied van Vlaanderen. Alle kaartelementen van de analoge kaarten (gepubliceerd op kaartschaal 1: 20 000) zijn zorgvuldig manueel gedigitaliseerd en voorzien van een code, overeenkomstig het gebruikte classificatiesysteem: morfogenetisch voor binnen-Vlaanderen (substraat, textuurklasse, drainageklasse, profielontwikkelingsgroep, fase en variante) en geomorfologisch voor de Kuststreek (substraat, serie, subserie, type, subtype en variante). De digitale versie van de bodemkaart is vrijwel systematisch gecontroleerd t.o.v. de analoge bodemkaarten. De polygonen werden ingekleurd zoals op de analoge bodemkaart. Waar beschikbaar zijn voor elk bodemtype de algemene kenmerken (Van Ranst E. en Sys C., 2000) en foto's van een representatief bodemprofiel en representatieve omgevingen weergegeven. Tenslotte bestaat voor elke polygoon de mogelijkheid om de scan van het analoge bodemkaartblad, het toelichtingsboekje en de basiskaarten op schaal 1:5000 op te roepen. Deze dataset is omwille van de visualisatie onderverdeeld in 5 kaartlagen bij publicatie in de bodemverkenner: bodemtypes, substraten, fasen, varianten van het moedermateriaal en de profielontwikkeling. De kaartlaag met de bodemtypes bevat ook al de attributen van de andere kaartlagen. De bodemkaart werd in juni 2017 geupdate met enkele militaire domeinen en een unibodemtype voor de classficatie van de zeepolders en verschillende fouten werden verbeterd.

  • Per gemodelleerde eenheid is een kaartlaag beschikbaar met sonderingen waarin de basis van die eenheid geïdentificeerd werd, en die gebruikt werden voor de modellering van de basis van die eenheid in OAv1.1. De shapefiles bevatten per eenheid en per boring de diepte van de basis van de eenheid in meters t.o.v. de start van de boring, alsook de diepte van de basis in mTAW in de boring en volgens het model. Het Ondiep geologisch 3D lagen- en voxelmodel van regio Antwerpen (OA v1.1, 2023) is opgemaakt in het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van het Vlaams Planbureau voor Omgeving.

  • Een bodemsite is een fysieke locatie die één of meer bodemlocaties groepeert, bijvoorbeeld een veld waar verschillende profielputten gelegen zijn of meerdere boringen uitgevoerd werden. Een bodemsite is gekoppeld aan één of meer bodemlocaties. Een bodemlocatie is gekoppeld aan 0 of één bodemsite. Een bodemsite kan een geometrie bevatten (polygoon), maar deze is niet verplicht. Indien er geen geometrie beschikbaar is, wordt als geometrie het convexe omhulsel van de puntlocaties van de gekoppelde bodemlocatie gebruikt.

  • Digitale vectoriële dataset van de analoge Bodemkaart van België voor het grondgebied van Vlaanderen. Alle kaartelementen van de analoge kaarten (gepubliceerd op kaartschaal 1: 20 000) zijn zorgvuldig manueel gedigitaliseerd en voorzien van een code, overeenkomstig het gebruikte klassificatiesysteem: morfogenetisch voor binnen-Vlaanderen (substraat, textuur, drainage, profielontwikkeling, fase en variante) en geomorfologisch voor de Kuststreek (substraat, serie, subserie, type, subtype en variante). De digitale versie van de bodemkaart is vrijwel systematisch gecontroleerd t.o.v. de analoge bodemkaarten.

  • Het Belgische bodemclassificatiesysteem bestaat uit een bodemtype dat overeenkomt met één van de 3 classificatietypes: de algemene, de kuststreek en de kunstmatige gronden classificatie. Het bodemtype van de algemene Belgische bodemclassificatie wordt opgebouwd uit verschillende onderdelen zoals een substraat, textuurklasse, drainageklasse, profielontwikkelingsgroep, fasen en varianten. Dit morfogenetisch classificatiesysteem kon niet toegepast worden in de kuststreek, aangezien de bodems in deze streek geen profielontwikkeling vertonen. Daardoor wordt voor de kuststreek een apart Belgisch classificatiesysteem gebruikt. Ook voor bodemprofielen met een sterke menselijke verstoring, kunstmatige gronden, bestaat er binnen België een apart classificatiesysteem. Naast de Belgische bodemclassificatiesystemen wordt ook de internationale World Reference Base (WRB) bodemclassificatie gebruikt. Het WRB systeem gebruikt ‘Reference Soil Groups' (RSG’s), ‘Principal Qualifiers’ (PQ’s) en 'Supplementatry Qualfiers' (SP's). Naast het Belgische bodemclassificatiesysteem en de WRB classificatie bevat de databank ook andere bodemclassificaties aangeduid als extra bodemclassificaties met o.a. de bodemclassificaties volgens het Aardewerk systeem. De Aardewerk classificatie is een voorloper van de Belgische bodemclassificatie en werd enkel in de beginjaren van de Belgische bodemkartering toegepast.

  • Per gemodelleerde eenheid is een kaartlaag beschikbaar met boringen waarin de basis van die eenheid geïdentificeerd werd, en die gebruikt werden voor de modellering van de basis van die eenheid in OAv1.1. De shapefiles bevatten per eenheid en per boring de diepte van de basis van de eenheid in meters t.o.v. de start van de boring, alsook de diepte van de basis in mTAW in de boring en volgens het model. Het Ondiep geologisch 3D lagen- en voxelmodel van regio Antwerpen (OA v1.1, 2023) is opgemaakt in het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van het Vlaams Planbureau voor Omgeving.

  • De dataset 'Bodemprofielen kartering Belgische bodemkaart' bevat de relevantste informatie van alle bodemprofielen (met inbegrip van bodemhorizonten) uit de Aardewerk-Vlaanderen-2010 databank. Voor een volledige weergave van alle attribuutinformatie van de bodemprofielen wordt verwezen naar de volledige Aardewerk-Vlaanderen-2010 databank. Aardewerk-Vlaanderen-2010 is een databank met de beschrijving en analyseresultaten van 7.020 bodemprofielen en 42.529 geassocieerde bodemhorizonten, aangevuld met 9.281 oppervlaktemonsters, allen gesitueerd op het grondgebied Vlaanderen en Brussel. Deze gegevens (143 variabelen) werden verzameld tijdens de systematische bodemprofielstudie, die tussen 1949 en 1971 werd uitgevoerd in België, onder auspiciën van het Instituut tot aanmoediging van het Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheid en Landbouw. Het Centrum voor Grondonderzoek van de Rijksuniversiteit Gent met afdelingen aan de Katholieke Universiteit Leuven en de Facultés des Sciences Agronomiques de Gembloux stond in voor de realisatie van deze studie.