Thema Bodem in 2020

Aangepaste tools en handleidingen en DOV-aanbod voor gratis persoonlijke hulp bij het aanleveren van aardkundige gegevens aan DOV

In april 2020 werden bij DOV alle tools en handleidingen voor het aanleveren van aardkundige gegevens aangepast aan versie 4.0 van de ‘Code van Goede Praktijk voor de uitvoering van en rapportering over archeologisch vooronderzoek en archeologische opgravingen en het gebruik van metaaldetectoren versie 4.0'. Door de wijzigingen in de code zijn er ook wijzigingen in welke data moeten gerapporteerd worden via het XML-bestand.
 
Op de webpagina 
e-DOV archeologie vind je een overzicht van alle aangemaakte en aangepaste tools en handleidingen voor aardkundige data:

De aardkundige gegevens worden aangeleverd via de applicatie van het Agentschap Onroerend Erfgoed. Referentieprofielen en boringen uit correcte XML-bestanden met aardkundige gegevens stromen sinds enkele maanden automatisch door naar de DOV-bodemdatabank. Deze data worden online ter beschikking gesteld als bodemlocaties met prefix ‘ARCH_’ in de online DOV-verkenner.
 
Bij het opladen van het XML-bestand of het zip-bestand gebeurt bij Onroerend Erfgoed nog geen validatie van het XML-bestand tegen het XML-schema. Momenteel worden er heel weinig correcte XML’s en zips opgeladen bij Onroerend zodat er helaas nog zeer weinig aardkundige data automatisch doorstromen naar DOV. Daarom is het belangrijk om zelf uw XML-bestand eerst te testen op de 
DOV-webpagina voor XML-validatie.
 
Om de doorstroming van aardkundige data te verbeteren, biedt DOV tijdelijk (tot en met oktober 2020) de mogelijkheid aan erkende archeologen, aardkundigen en bodemkundigen om 
gratis hulp op maat aan te vragen om de aanmaak van XML-bestanden te optimaliseren.

Nieuwe kaartlagen 'bodemobservaties' en 'bodemdiepteintervallen' met bijhorende zoekmogelijkheden ontsloten vanuit DOV-bodemdatabank

Om het zoeken op bodemdata in de DOV-verkenner te vergemakkelijken werden 2 nieuwe kaartlagen vanuit de bodemdatabank toegevoegd.

DOV-verkenner Bodemobservaties

De eerste kaartlaag bevat de ‘Bodemobservaties’. Een bodemobservatie geeft meer informatie over een specifiek aspect van de bodem en is steeds gekoppeld aan één bodemlocatie, één diepteinterval, één bodemsite of één bodemmonster en kan dus ook geraadpleegd worden via de respectievelijke fiches.
 
Binnen de bodemobservaties wordt een onderscheid gemaakt tussen observaties met een numerieke waarde (dit zijn metingen), observaties met een vrije tekstwaarde (dit zijn waarnemingen) en observaties die gecategoriseerd worden via een keuzelijst (dit zijn gecodeerde observaties). Elk van deze observaties wordt gekenmerkt door één parameter en één meetwaarde (hetzij numeriek, vrije tekst of een item uit een keuzelijst). Daarnaast zijn er ook meetreeksen – in dit geval wordt één parameter beschreven door meerdere numerieke meetwaarden (bv. textuurfracties).
 
De ‘
Bodemdiepteintervallen’ vormen de 2de toegevoegde kaartlaag. Een bodemdiepteinterval is gekoppeld aan één of meerdere bodemkundige opbouwen van een bodemlocatie.
 
Een diepteinterval is een horizont of een laag (dit is het type). Een horizont is een visueel te onderscheiden deel van de bodem dat door pedogenetische processen ontstaan is  uit het moedermateriaal of door afzetting van organisch materiaal. Een horizont heeft voor de meeste bodemvariabelen homogene morfologische en analytische karakteristieken. Een laag daarentegen is niet ontstaan door pedogenetische processen en wordt bv. gebruikt in een archeologische context of bij staalname in het kader van bodemmonitoring (vb. pH-KCl in de 0 tot 30 cm bodemlaag).
 
Deze nieuwe DOV-kaartlagen zijn zichtbaar vanaf een schaal 1:50.000 en creëren een waaier aan bijkomende zoekmogelijkheden op bodemdata in de DOV-verkenner. Een voorbeeld hiervan is het zoeken naar bodemobservaties van een bepaalde parameter (bv. Organische C – percentage).

DOV verkenner - zoekregel toevegen
 

Publicatie bestek "Update van de drainageklasse van de bodemkaart door koppeling van grondwaterstatistieken aan de bodemkaart"

Het Vlaams Planbureau voor Omgeving (Departement Omgeving) heeft op 23 oktober 2020 het bestek “Update van de drainageklasse van de bodemkaart door koppeling van grondwaterstatistieken aan de bodemkaart” (OMG_VPO_2020_16) gepubliceerd. 
 
Het doel van deze opdracht is om aan de hand van recente grondwaterpeilmetingen en relevante omgevingsdata de drainageklasse van de bodemkaart te updaten en te koppelen aan statistieken van grondwaterstanden (GxG). De ontwikkelde methodiek moet toelaten om, telkens wanneer er voldoende nieuwe data beschikbaar zijn, de drainageklassen vlot te actualiseren..
 
Wat bepaalt de drainageklasse van het bodemtype op de bodemkaart? Dit is de wisselwerking tussen de diepte van het grondwater, de permeabiliteit van de oppervlakkige laag, het voorkomen op wisselende diepte van een weinig doorlatende ondergrond, de diepte van de bodem en de topografische omstandigheden. Deze drainageklasse werd bij de Belgische bodemkartering afgeleid van zichtbare morfologische bodemkenmerken, nl. de gley en reductieverschijnselen. Het gedeelte van het profiel dat afwisselend verzadigd is met water en uitdroogt, vertoont roestvlekken (gleyverschijnselen). Deze zone is gelegen tussen de gemiddeld hoogste en de gemiddeld laagste grondwaterstand. De zone die voortdurend met water verzadigd is, heeft een blauw- of grijsachtige kleur (reductiehorizont) en is gelegen onder de gemiddeld laagste grondwaterstand. De aanwezigheid van een reductiehorizont in de ondergrond van gegleyifieerde profielen wijst op een permanente grondwatertafel; zijn afwezigheid op een tijdelijke stuwwatertafel.
 
De drainageklasse van de bodemkaart is nog steeds één van de meest gebruikte parameters in zeer diverse modellen en toepassingen zoals modellen ivm droogte en wateroverlast, berekening van infiltratievoorzieningen, transport van polluenten en nutriënten door de bodem, organische koolstofvoorraden in de bodem, ecosysteemdiensten, bodemgeschiktheid, standplaatskarakterisatie, droogtegevoeligheid, … 
 
De drainageklassen zijn echter niet meer up-to-date vermits ze in het veld werden opgenomen tijdens de bodemkartering (1947-1974) en de hydrologie sindsdien plaatselijk sterk kan gewijzigd zijn door drainage, terreinophogingen, afgravingen, grondwateronttrekkingen, verdroging, … Op basis van de drainageklassen kunnen dus verkeerde modelresultaten verkregen worden en verkeerde conclusies getrokken worden. Deze opdracht wil hier een oplossing voor bieden door expertise met betrekking tot grondwater en bodem met elkaar te combineren.